Hun advocaten Geert-Jan Knoops en Joost Loevendie hebben deze week een brief van die strekking aan het OM gestuurd. De ‘Zes van Breda’ willen graag weten hoe het OM tegen de zaak aankijkt.

De Hoge Raad beval in december herziening van de zaak, omdat uit onderzoek is gebleken dat het bewijs waarop de rechter zich destijds heeft gebaseerd rammelt. Zo zijn er verklaringen van twee getuigen ten onrechte bij de recherche blijven liggen en niet in het uiteindelijke strafdossier beland.

De zes werden veroordeeld door respectievelijk de rechtbank in Breda en - in hoger beroep - het gerechtshof in Den Bosch. Het gerechtshof in Den Haag moet de zaak in herziening behandelen.

Sindsdien zijn er volgens advocaat Knoops nog wel enkele informele contacten met het OM, maar is het voor het overige stil gebleven. Knoops heeft er begrip voor dat het OM tijd nodig heeft om het omvangrijke dossier te bestuderen, maar wijst erop dat de zes gebukt gaan onder het lange wachten. „Voor een aantal van hen is het een zware psychische belasting”, zegt de raadsman.

Knoops en Loevendie dringen aan op een spoedige regiezitting, waarin duidelijk kan worden wat het OM met de zaak wil. „Daar hangen onze onderzoekswensen vervolgens ook weer mee samen”, zegt Knoops. De raadslieden willen voorkomen dat de hele zaak over de zomer heen wordt getild. Het OM heeft laten weten zo spoedig mogelijk zo’n zitting te willen organiseren, maar dat het nog bezig is met de bestudering van het dossier.

De zaak dreigt een van de grootste rechterlijke dwalingen uit de Nederlandse geschiedenis te worden. De zes zijn veroordeeld voor de dood van ‘oma Mok’. Deze 56-jarige Chinese vrouw werd in juli 1993 gedood in de keuken van het restaurant van haar zoon in Breda. Zij werd waarschijnlijk het slachtoffer van een roof; de gokkast was leeggehaald.