Andreotti was symbool van oude politiek
RIJSWIJK (ANP). Giulio Andreotti was het symbool van de oude Italiaanse politiek. Hij was tussen 1972 en 1992 zeven keer premier. Na de val van zijn eens oppermachtige christen-democratische partij DC stond hij terecht voor samenwerking met de georganiseerde misdaad en medeplichtigheid aan moord, maar hij is nooit definitief veroordeeld.
Zijn eerste optreden als premier in 1972 was geen succes. Zijn minderheidskabinet kreeg niet het vertrouwen van het parlement, zodat het maar 9 dagen standhield. Maar het nieuwe kabinet stond opnieuw onder zijn leiding.
Andreotti beheerste het politieke spel tot in zijn vingers. Hij had geen moeite zo nodig van standpunt te veranderen en stak bij controversiële problemen nooit zijn nek te ver uit. In de jaren 70 vormde hij zelfs een regering met steun van de communisten. Hij was zeer Atlantisch gericht, maar bouwde tegelijk zeer goede relaties op met Arabische landen.
In de jaren 90, toen met de val van de Berlijnse Muur de dreiging van het communisme was weggevallen, bleek dat de DC van corruptie aan elkaar had gehangen. Andreotti’s rol in de regering was uitgespeeld, maar hij bleef onder meer als senator voor het leven - een eretitel die hij in 1991 kreeg - invloed uitoefenen. Daarnaast was hij sinds 1945 een groot aantal keren minister geweest.
Het meest kwam hij in het nieuws door rechtszaken. Andreotti werd ervan beschuldigd dat hij banden had met de maffia. De beschuldigingen kwamen van vroegere maffialeden die met de justitie samenwerkten. Zo zou hij in 1987 de toen nog nieuwe maffiabaas op Sicilië, Toto Riina, ‘een kus van eerbetoon’ hebben gegeven en zou de maffia hem van ‘ten minste 1978 tot zeker 1992’ hebben beschouwd als haar belangrijkste contactpersoon in Rome.
Hij werd ervan beschuldigd opdracht te hebben gegeven voor de moord op de journalist Mino Pecorelli in 1979. Die zou op het punt hebben gestaan te publiceren over Andreotti’s banden met de maffia. De oud-premier werd een aantal keren veroordeeld, maar ging in hoger beroep steeds vrijuit.
Andreotti erkende dat de maffia tot in de jaren 70 op Sicilië werd gedoogd. Dat was volgens hem nodig om te voorkomen dat de communisten de macht zouden grijpen. Pas toen de georganiseerde misdaad op het eiland zich op de drugshandel stortte, zou Rome de strijd met de maffia zijn aangegaan. Maar de beschuldigingen die hem voor de rechter brachten, deed hij af als verzinsels. Politieke tegenstanders zouden wraak op hem willen nemen, omdat hij de maffia juist zo krachtig had bestreden.