Unieke zerken gevonden in kerk Farmsum
FARMSUM – Tijdens een restauratie van het interieur van de kerk van Farmsum vorig jaar kwamen de graven van het geslacht Ripperda onder de vloer tevoorschijn. Deskundige Redmer Alma spreekt van unieke vondsten zoals er slechts enkele gedaan zijn in de provincie Groningen.
Het dorp Farmsum, in het uiterste noorden van Groningen, wordt bijna opgeslokt door Delfzijl. Toch heeft het zijn eigenheid behouden, onder meer door de op een wierde gebouwde kerk, waarvan de toren al vanuit de verte te zien is.
Vroeger was de situatie er heel anders. In de middeleeuwen was het ongeveer 1300 jaar oude dorp een van de zes belangrijkste dorpen van de Ommelanden, het gebied in de provincie buiten de stad Groningen. Het dorp had niet alleen een van de oudste kerken van de Ommelanden, maar telde in de dertiende eeuw ook een Latijnse school. Verder hadden zich er heel wat kooplieden gevestigd.
De kern van het dorp werd destijds gevormd door de romanogotische kruiskerk uit de dertiende eeuw –de voorganger van het huidige gebouw uit de negentiende eeuw– en door de borg. Deze adellijke woning, die nu verdwenen is, werd in de middeleeuwen bewoond door de familie Ripperda. Zij waren de heren van Farmsum en omgeving. Na de Reformatie had de kerkenraad van Farmsum hun goedkeuring bij het beroepen van een predikant nodig.
In de geschiedenis van Nederland hebben diverse personen uit het geslacht Ripperda een belangrijke rol gespeeld. Een van hen was Wigbolt Ripperda, die leidinggaf aan de Haarlemmers tijdens het beleg van Haarlem (1572-1573) ten tijde van de Opstand. Deze Wigbolt was een achterkleinkind van Frouke Onsta, wier grafsteen vorig jaar in de kerk ontdekt is.
De kerk was toen aan een grondige opknapbeurt toe. De houten vloer moest gedeeltelijk vervangen worden. Bij de werkzaamheden stuitte men onverwacht op een harde ondergrond. Het bleek dat er zich onder de vloer tientallen graven bevonden. Ook lagen er tientallen botten en schedels, die in een kist zijn gedaan en na de opknapbeurt weer onder de vloer zullen verdwijnen.
De circa twintig ontdekte grafstenen liggen nu in de kerk. Alma, werkzaam bij het Drents Archief en bezig met een proefschrift over de Ommelander adel in de late middeleeuwen, geeft uitleg. „De oudste zerk is die van Unico Ripperda, die in 1474 overleed. Op de zandstenen zerk is onder meer het wapen van de Ripperda’s te zien, een ruiter te paard. De grafsteen van zijn in 1477 overleden schoondochter Frouke Onsta is veel sierlijker. Hierop zijn onder meer de wapens van het geslacht Onsta, een leeuw, en Ripperda afgebeeld.” De zerk van Haye Ripperda (overleden in 1504) toont hem als een ridder in volle wapenrusting: in een harnas, met onder zijn linkerarm een zwaard en naast zijn rechtervoet een helm.
Dergelijke vondsten zijn uniek, stelt Alma. „Er zijn in de hele provincie Groningen maar zes grafzerken van voor 1520 bekend.” De kwartierstaten op de grafstenen hebben nieuwe gegevens over de familie opgeleverd.
Behalve van de vroegere hoge adel van Groningen zijn er ook grafstenen ontdekt van de lagere adel: van de families Van Amsweer en Gockinga. Verder zijn er zerken gevonden van predikanten uit de zeventiende en de achttiende eeuw en van belangrijke burgers van Farmsum.
De grafstenen van de Ripperda’s krijgen een plaats in de vloer van het koor, waar ze voor iedereen te zien zullen zijn. De grafstenen van H. L. Groothuis, de tweede protestantse predikant in Farmsum 1603-1621), en van Ch. Knowles (1677-1690), zullen in de muur worden aangebracht. Vanaf volgend jaar zomer zal de kerk regelmatig geopend zijn voor het publiek.