Congo is een van de rijkste landen ter wereld wat betreft natuurlijke bronnen, maar de bevolking blijft arm. Talloze gewapende groeperingen willen profiteren van de kostbare mineralen en dat leidt tot langdurige bloedige conflicten.

In 2011 namen de Verenigde Staten een wet aan die bedrijven verplicht te melden of zij ‘conflictmineralen’ gebruiken in hun producten. Om slechte publiciteit en rechtszaken te voorkomen vertrokken de internationale ondernemingen uit Congo.

Het initiatief van De Bourbon Parme, de derde zoon van prinses Irene, brengt een alternatief naar het Afrikaanse land. „Tin uit de mijn Kalimbi wordt gelabeld en genummerd”, zegt de speciale vertegenwoordiger natuurlijke hulpbronnen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. „In de mijn en op alle tussenstations vindt een controle plaats of de tin niet in handen van gewapende groeperingen is gekomen. Bij de grens wordt de tin geëxporteerd naar Maleisië en omgesmolten. Daarna gaat het in de productie van elektronica en blikjes drank.”

Grote bedrijven reageren positief op het initiatief en electronicaconcern Philips plaatste eind vorig jaar de eerste order. Daarnaast behoren Tata Steel en IBM tot de afnemers.

Ook de Congolese mijnwerkers reageren volgens hem positief op het proefproject. „De tin die in Kalimbi naar boven wordt gehaald voldoet aan de eisen. In januari 2012 werkten 100 mensen uit de regio in een mijn, een jaar later waren dat er al 1000.”

Iedereen die in Congo bij het proces is betrokken, investeert in het conflictvrije mineraal. „De tin wordt voor de wereldprijs verkocht en niet hoger”, aldus De Bourbon Parme. „De extra kosten die de mijn maakt door het labelen en volgen van de tin worden in Congo doorberekend. Het probleem is Congolees, dus de extra kosten zijn ook voor de Congolees.”

Aan slechte arbeidsomstandigheden doet het initiatief nog niets. „Maar we zien dat de mijnwerkers helmen en laarzen kopen nu de omzet omhoog gaat. Er is ook geïnvesteerd in pompen die het water wegpompen. Kinderen verdwijnen uit de mijn. Ze investeren dus in hun eigen kwaliteit.”

Rebellengroepen maken het gebied nog steeds onveilig, maar ze weten ook dat het innemen van de mijn Kalimbi geen zin heeft. In ongelabelde tin is volgens hem weinig interesse omdat gesmokkelde mineralen lage prijzen halen.

De Bourbon Parme: „Ik moet de Congolese regering af en toe wel streng toespreken. Tin ging ongelabeld naar Goma. Dat besmeurt dit project. Ook verdween een lading. De nummers zijn direct uit het systeem gehaald, maar het bleek loos alarm. Ik waarschuw de regering dat ze incidenten snel moeten oplossen, want anders trekken bedrijven zich terug. Gelukkig nemen ze het serieus en willen ze handel laten opstarten en het conflict oplossen.”