Resten Serviërs na 75 jaar terecht
GARDEREN. De overblijfselen van 89 Serviërs die na de Eerste Wereldoorlog in Nederland overleden, zijn na 75 jaar terecht. Ze liggen in een mausoleum in het Tsjechische Jindrichovice, zo’n 100 kilometer ten westen van Praag, tegen de Duitse grens.
Dat zegt John Stienen uit het Brabantse Rijen, die als vrijwilliger onderzoek doet naar deze groep Serviërs.
Na de Eerste Wereldoorlog werden honderdduizenden krijgsgevangenen uit diverse voormalige oorlogvoerende landen uitgewisseld in het neutraal gebleven Nederland. Onder hen bevonden zich ook duizenden Serviërs.
Omdat de (water)wegen, havens en spoorwegen in Nederland nog intact waren, in tegenstelling tot de omringende landen, werden de krijgsgevangenen via Nederland naar hun thuisland gebracht. De havens konden deze stroom aan mensen niet aan, zodat ze tijdelijk naar opvangkampen moesten.
Velen overleden echter aan de Spaanse griep. In Kamp Milligen overleden 30 Serviërs, die in Garderen werden begraven. In 1938 werden de lichamen van 89 in Nederland overleden Serviërs opgegraven, ook van de 30 in Garderen. Ze zouden via Duitsland worden overgebracht naar een kerkhof in Tsjechoslowakije.
Dat land had een goede band met het toenmalige Koninkrijk Joegoslavië. Bewijzen dat de lichamen in Tsjechoslowakije zijn aangekomen, waren er echter tot voor kort niet.
Stienen vond vorige week in de Servische hoofdstad Belgrado twee belangrijke documenten. Een formulier uit 1937 wijst uit dat er op een begraafplaats bij Parijs geen ruimte meer was en dat zou worden uitgeweken naar Tsjechoslowakije. Een ander document, uit de begroting van het ministerie van Justitie van Joegoslavië voor 1940 en 1941, beschrijft dat de lichamen inderdaad in 1938 naar Tsjechoslowakije zijn overgebracht.
Op internet vond Stienen afgelopen zaterdag een Russischtalige blog met foto’s van het mausoleum in Jindrichovice waarop loden grafkistjes te zien zijn. Op aanvraag van Stienen bezocht een lokale bewoner het mausoleum. Deze vond tussen de 7659 kisten bij een eerste vluchtige inventarisatie 83 kisten uit Nederland, met als hoogste nummer 89.
Beheerder Piet van Bentum van de begraafplaats in Garderen reageert verheugd op de vondst. Volgens hem is het belangrijk voor nabestaanden dat de kisten zijn gevonden. Van Bentum doet al twaalf jaar onderzoek naar de Serviërs en werkt inmiddels samen met onder anderen Stienen.
Het feit dat er loden kisten zijn gevonden, is voor hem een extra bewijs dat de overblijfselen van de 89 Serviërs terecht zijn. „Een onlangs overleden man uit Garderen was in 1938 als kind ooggetuige van het weghalen van de Serviërs. Hij zag dat het loden kisten waren.”
Op dit moment staan er 29 Servische kruisen op de begraafplaats. Een fout, omdat uit archiefstukken is gebleken dat er in Garderen niet 29, maar 30 Serviërs hebben gelegen. In oktober wordt er een dertigste kruis geplaatst.
Zie ook: Vragen rond omgekomen Serviërs
Zie ook: Zoektocht naar omgekomen Serviërs