De vragen die onbeantwoord bleven
Het kabinet kwam donderdag op geen enkel moment in problemen in het debat over het niet indienen van de toestemmingswet voor het huwelijk van prins Johan Friso met Mabel Wisse Smit. De meeste fracties zijn tevreden over de wijze waarop premier Balkenende in de kwestie-Mabel de koe bij de horens heeft gevat. Dat betekent niet dat het debat de gang van zaken sterk heeft opgehelderd. Integendeel. Vijf vragen die donderdag onbeantwoord bleven.
Het was D66-leider Dittrich die na afloop van het debat een keurige samenvatting gaf van de opbrengst ervan. Nee, Dittrich -in tijden dat zijn partij aan een regeringscoalitie deelneemt niet snel te betrappen op dualistisch gedrag- was beslist niet ontevreden over de uitkomst van een dagje debatteren. De Kamer had het toch maar mooi voor elkaar gekregen dat er een evaluerend onderzoek komt naar de werkwijze van Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). En Mabel Wisse Smit had, voor haar gesprekken met premier Balkenende, geen voorinzage gehad in het AIVD-dossier over haar persoon, zo had minister Remkes van Binnenlandse Zaken verzekerd. Dat is voor een kamerlid ook nooit weg om te weten.
Dat de gemiddelde burger van het debat geen biet snapte, wilde Dittrich niet ontkennen. Maar dat was nu eenmaal onvermijdelijk in een constitutionele monarchie, waarin ministeriële verantwoordelijkheid een belangrijke pijler is en waarin het ”geheim van Huis ten Bosch” te allen tijde gerespecteerd dient te worden, aldus de D66-leider.
Vijf zaken waaromheen, ook na een kamerdebat van een uurtje of acht, nog altijd dichte mistflarden hangen.
1. Wat deed premier Balkenende op 23 juni dit jaar, zeven dagen voor de verloving, plotseling besluiten om de AIVD een zwaarder onderzoek te laten uitvoeren naar het verleden van Wisse Smit, een onderzoek dat alleen uitgevoerd mag worden als de staatsveiligheid in het geding is?
De premier gaf donderdag een drietal redenen: Wisse Smit gaf hem die dag een nadere precisering van de aard van haar contacten met Bruinsma en Sacirbey; Sacirbey was enkele maanden daarvoor opgepakt wegens verduistering van overheidsgelden; de mogelijkheid bestond dus dat Wisse Smit hiermee te maken had gehad. Deze beide zaken gingen zwaarder wegen naarmate Wisse Smit, door verloving en straks huwelijk, dichter bij, ja in de koninklijke familie zou komen.
Toch blijft onduidelijk wat Wisse Smit in het bewuste gesprek met Balkenende precies onthuld heeft. Zijn het echt alléén bovenstaande punten die bij de premier het stoplicht op oranje deden springen?
2. Waarom nam Balkenende er genoegen mee dat de AIVD tussen 25 en 30 juni niet alle aan hem toegestane middelen benutte om een zo grondig mogelijk onderzoek te doen?
De premier noemde het gisteren de eigen verantwoordelijkheid van de AIVD om zijn onderzoek zo vorm te geven zoals hij gedaan heeft. Blijkbaar vond de AIVD het niet nodig om mensen uit de omgeving van wijlen de heer Bruinsma te horen, terwijl hij hiertoe op dat moment wel bevoegd was. De extra informatie die werd ingewonnen bij het parket Amsterdam (over Bruinsma) en bij buitenlandse inlichtingendiensten (over Sacirbey) gaven geen aanleiding tot verontrusting of tot verder onderzoek, aldus Balkenende.
Toch blijft de vraag staan waarom de verlovingsdatum niet uitgesteld had kunnen worden, zodat uitgebreider onderzoek mogelijk was geweest.
3. Waarom is niet al ruim voor 23 juni diepgaander onderzoek gedaan naar het verleden van Wisse Smit?
Het antwoord van het kabinet luidt dat tot dan toe alleen de zogeheten „incidentele zeilcontacten” van Mabel met Bruinsma bekend waren. Die gaven op zich onvoldoende reden voor nader onderzoek. Wettelijk zou diepgravender onderzoek in die fase en op grond van die informatie ook niet zijn toegestaan, stellen Remkes en Balkenende. We hebben in Nederland niet voor niets goede privacybescherming.
Toch is niet geheel duidelijk waarom bij het horen van de naam Bruinsma niet meteen alle alarmbellen gingen rinkelen; ook bij premier Kok, die in zijn regeerperiode al van de contacten met de maffiabaas op de hoogte was. Verder blijft wazig waarom een miniem beetje extra informatie op 23 juni opeens wél aanleiding gaf tot diepgaander onderzoek.
4. Waarom kon misdaadverslaggever Peter R. de Vries wel wat de AIVD niet kon, namelijk een oude vriend van Bruinsma opsporen en die tot belangrijke onthullingen bewegen?
Volgens minister Remkes zijn die zaken niet te vergelijken. De media hoeven veel minder rekening te houden met bijkomende factoren, zoals privacyschending, en hoeven nauwelijks verantwoording af te leggen.
Blijft de vraag staan of het nu echt niet mogelijk was geweest om zonder tamtam enkele mensen uit de omgeving van Bruinsma te spreken te krijgen.
5. Waarom kon destijds van de aanstaande man van prinses Margarita, De Roy van Zuydewijn, wel in korte tijd de hele doopceel gelicht worden en van Mabel Wisse Smit niet?
Dat is het vergelijken van appels met peren, vindt het kabinet.
Terecht merkte PvdA-leider Bos echter ironisch op dat het hier inderdaad om appels en peren gaat, in die zin dat Mabel veel dichter bij de troonopvolging betrokken leek te geraken dan De Roy en dat contacten met Bruinsma, hoe oppervlakkig ook, nog iets heel anders zijn dan één keer niet verschenen zijn op de afspraak met de sociale dienst. Juist vanwege de verschíllen tussen beide zaken zou Mabel veel eerder en grondiger onderzocht moeten zijn.