Kerk & religie

Ieder afzonderlijk

1 Timotheüs 2:4

2 May 2013 11:02Gewijzigd op 15 November 2020 03:22

„God, onze Zaligmaker; Welke wil, dat alle mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen.”

God toont aan dat het heil van allen Hem ter harte gaat, omdat Hij allen tot de erkenning van Zijn waarheid roept. Het is een argument uit het gevolg. Want als het Evangelie een kracht Gods is tot heil voor eenieder die gelooft, dan is het zeker dat allen worden uitgenodigd tot de hoop op het eeuwige leven aan wie het Evangelie wordt aangeboden.

Zoals de roeping een bewijs is van de verborgen verkiezing, zo laat God hen die Hij deelgenoten maakt van Zijn Evangelie ook toe tot het bezit van het heil. Dit omdat het Evangelie ons de gerechtigheid van God openbaart, die de zekere ingang is tot het leven. Hieruit blijkt hoe kinderachtig zij bazelen die deze tekst tegenover de uitverkiezing proberen te stellen. „Als God wil dat allen zonder onderscheid behouden worden”, zeggen zij: „dan is het een leugen dat door Zijn eeuwig besluit sommigen tot de zaligheid en anderen tot het verderf zijn voorbeschikt.” Zij zouden misschien iets steekhoudends zeggen als Paulus hier sprak over ieder mens afzonderlijk, hoewel ook dan een oplossing niet zou ontbreken. Want hoewel Gods wil niet naar Zijn verborgen oordelen gewaardeerd moet worden waar Hij die door uitwendige tekenen aan ons openbaart, toch volgt daarom niet dat Hij niet inwendig heeft vastgesteld wat Hij wil dat er van ieder mens afzonderlijk wordt.

Johannes Calvijn, 
predikant te Genève

(”Schriftverklaringen”, 1556)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer