Worstelaar Terphuis maakt het PvdA-leider Samsom lastig
In 1990 reisde hij uit Iran naar Nederland. Als Achmad Qeleich-Khany, een vrijwel blinde topsporter, om de eer van zijn land hoog te houden op de Olympische Spelen voor gehandicapten. Zaterdag voerde hij het verzet van de PvdA-leden aan tegen het strafbaar stellen van illegaal verblijf in Nederland. Als Sander Terphuis, een bevlogen staatsrechtjurist.
Wie hem al een tijdje volgt, kan onmogelijk verrast zijn dat Terphuis (1972) zijn hele hebben en houden in de strijd gooit om de PvdA af te houden van steun aan het wetsvoorstel dat de strafbaarstelling van illegaliteit moet regelen. Voor even zo velen, ook binnen de PvdA, zal zijn oproep zaterdag tijdens het PvdA-congres in Leeuwarden om zijn motie tegen het wetsvoorstel te steunen de eerste kennismaking zijn geweest met de Iraanse spraakwaterval.
Terphuis is klein van stuk en zijn visuele beperking –rechts een gezichtsvermogen van 6 procent, links van 1 procent– is hem aan te zien. Eenmaal aan het woord is er geen houden meer aan: Terphuis ratelt door, totdat hij alle denkbare argumenten op tafel heeft gelegd. Ook inzake de strafbaarstelling van illegaliteit zijn dat er heel wat. De meest aansprekende daarvan is misschien wel zijn eigen levensverhaal. Na zijn vlucht uit Iran in 1990 leefde Terphuis een tijdje illegaal in een Fries opvanghuis.
Aan zijn geslaagde vlucht lag een plan ten grondslag waarop Terphuis in Iran vier jaar heeft gebroed. Iraans landskampioen worstelen worden, als lid van de nationale selectie worden afgevaardigd naar een buitenlands toernooi en dan de benen nemen, werd zijn geheime missie. Vooral toen hij als rebelse puber van 14 jaar al lezend kennismaakte met het Westen. „Ik ontdekte dat de mensen daar allerlei vrijheden hadden. Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van betogen, vrijheid van godsdienst”, zei hij in 2000 in het boek ”Bevochten leven” van Colet van der Ven.
In 1990 slaagde hij in zijn opzet. Terphuis nam deel aan de Paralympics, de Olympische Spelen voor gehandicapten, in Assen, ontvluchtte het trainingskamp en belandde in het opvanghuis in Bergum. Daar hield hij zich schuil voor de Iraanse veiligheidsdienst. Nederland erkende hem als politiek vluchteling. Om zijn binding met zijn nieuwe vaderland te onderstrepen, veranderde hij zijn naam.
Rechter worden of de politiek ingaan, waren de beroepsmatige ambities die Terphuis in 2000 kenbaar maakte aan Van der Ven. De worstelaar, die op dat moment rechten studeerde aan de Universiteit Utrecht, wilde hoe dan ook betrokken raken bij het opstellen van wetsvoorstellen en op die manier zijn bijdrage leveren aan „een betere inrichting van de samenleving.”
Het liep iets anders. Terphuis ging na zijn studie nog wel aan de slag als rechter in opleiding bij de rechtbank in Zutphen, maar werd vervolgens beleidsadviseur van toenmalig minister voor Vreemdelingenzaken Verdonk. Op dit moment werkt hij voor de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, de vakbond en beroepsorganisatie voor rechters in Nederland.
Tot 2009 liet Terphuis zijn recht op vrije meningsuiting ongebruikt. Vanaf 2010 veranderde dat. De jurist bekritiseerde de denkbeelden van de PVV, eerst op zijn site sanderterphuis.nl, later in de dagbladen Trouw en de Volkskrant. Een open brief in de Volkskrant aan premier Rutte naar aanleiding van de samenwerking van de VVD met de PVV trok landelijk de aandacht. Kern van zijn emotionele oproep: „Sta niet toe dat Wilders moslims gebruikt als wisselgeld in ruil voor zijn steun aan de bezuinigingsagenda van Rutte I.”
Één in 2000 geuit voornemen, betrokken raken bij wetsvoorstellen, is dan nog niet in de praktijk gebracht, al zijn er in 2010 wel politieke aspiraties: Terphuis duikt op als nummer 53 op de PvdA-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. Hij voert fanatiek campagne, maar dat levert onvoldoende op voor een Kamerzetel. In 2012 belandt hij niet op de lijst.
En dan is er in 2013, geheel in lijn met alle opiniërende betogen die hij publiceerde, zijn verzet tegen de steun van de PvdA aan het wetsvoorstel strafbaarstelling illegaliteit van VVD-staatssecretaris Teeven. Zo’n wet pakt geen problemen aan maar mensen, is de overtuiging van de staatsrechtjurist. „Kinderen durven niet meer naar school, vrouwen gaan niet meer naar de dokter, kwetsbare groepen worden steeds moeilijker bereikbaar voor hulpverleners.”
Partijleider Samsom gaat nog niet om, hoewel een overgrote meerderheid op het PvdA-congres Terphuis’ oproep steunt. Het verhaal krijgt nog een vervolg: op 12 mei is er in de PvdA een extra politieke ledenraad over het onderwerp. De uitkomst daarvan is nog ongewis, maar één ding is zeker: de tijd dat Sander Terphuis een onbekende was in de PvdA is voorgoed voorbij.