Amsterdam CS heeft eerste hindernis doorstaan
AMSTERDAM (ANP). De 30 verkeersleiders die op de verkeersleidingspost van ProRail in Amsterdam verantwoordelijk zijn voor de treinenloop in en rond de hoofdstad, kunnen dinsdagochtend tegen half elf voor het eerst even ontspannen en genieten van een oranjetompouce. De verkeersleiders hielden rekening met een massale toestroom van treinreizigers die op de Dam wilden zijn op het moment dat Beatrix officieel afstand deed van de troon, maar de verwachte drukte in de ochtend bleef uit.
„Het is tot nu toe een Koninginnedag als alle anderen”, constateert Marcel Snijders, adjunct-directeur verkeersleiding bij ProRail.
De spoorbeheerder opereert dinsdag op volle sterkte om de aan- en afvoer van Oranjefans in goede banen te leiden. Er zijn veel voorzorgsmaatregelen genomen om per uur zo’n 40.000 mensen soepel de stad in en uit te brengen. Zo staan er speciale storingsploegen paraat langs het spoor, om bij een probleem met wissels of seinen direct te kunnen ingrijpen. „Maar je kunt nooit precies voorspellen wat er gaat gebeuren, daarom blijft het spannend.” Noodremtrekkers en spoorlopers vormen dinsdag de grootste bedreiging voor de treinenloop. „Als er mensen op het spoor lopen, moeten we direct alles stilleggen.” Normaliter is dat wanneer iemand aan de noodrem trekt ook het geval, maar op deze bijzondere dag mogen machinisten bij hoge uitzondering doorrijden tot het eerstvolgende station om vertragingen in de dienstregeling en ongeduld bij de reizigers tegen te gaan.
Snijders verwacht tegen het middaguur een piek in de toestroom naar Amsterdam. Zijn ploeg vergadert dinsdag ieder uur met collega’s op de andere 12 ProRail-posten in het land, de politie en de gemeente over de actuele stand van zaken. Mocht de stad het aantal reizigers niet meer aankunnen, dan kan worden besloten het treinverkeer naar Amsterdam stil te leggen. „Maar dat is een allerlaatste redmiddel. We sturen alleen bij in het aantal treinen -meer of juist minder- als het echt niet anders kan. En tot nu toe hebben onze voorbereidingen hun dienst bewezen.”