Kim en Jim woonden niet luxe. Hun thuis was een bouwvallige tussenwoning. Als je door de deur naar binnen keek ontwaarde je een vuile betonnen vloer. De wanden waren bedekt met vergeeld behang. De hond uitlaten was niet nodig, die plaste gewoon in de gang. Mmm, niet echt fris, zouden wij zeggen.

Op weg naar de club liepen Kim en Jim meestal nog even langs de supermarkt. Ze haalden er een zak chips, als ontbijt. Tenminste, tot voor kort. De laatste tijd kwam Kim alleen. Jim bleef thuis. Wezenloos keek hij vanaf een oud bankstel de wereld in. Niets boeide hem meer. Wat men ook tegen hem zei, het kwam nauwelijks aan. Zou dit door medicijnen komen? Sinds kort weten we beter. Waarschijnlijk was de kleine jongen zo stoned als een garnaal.

En nu zijn Kim en Jim verdwenen. Toen ze onlangs zouden worden opgehaald voor de kinderclub bleek het huis te zijn dichtgetimmerd. Grote platen hout zaten voor de ramen. Met stevige spijkers vastgeslagen, de boel zat potdicht. Niemand kon er meer in of uit.

Het thuis van Kim en Jim is verleden tijd, net als de wietplantage die op zolder werd geëxploiteerd. De politie heeft alles opgerold en Kim en Jim zijn met de noorderzon vertrokken. Naar Rotterdam? Naar Antwerpen? Naar Amsterdam? Wie zal het weten?

Kim en Jim hoorden het Evangelie. Dat kan niemand hun meer afnemen. Nu leven ze hun leven verder. Ze groeien voor galg en rad op. Menselijkerwijs gesproken gaat het niet goedkomen. Het zijn twee drugsverslaafden in de dop, geboren om te worden geruïneerd.

Het leven van Kim en Jim laat zien dat we niet naar Malawi, China of Timboektoe hoeven om zendeling te zijn. Zending bedrijven kan om de hoek. En het begint niet met praatjes, maar met liefhebben. Met het geven van een simpele beker koud water. Met een liefdevol oog, een open oor. De Heere roept ons vandaag om in Zijn Naam uit onze comfortzone te komen. Stap uit dat veilige hoekje, ga in het spanningsveld staan. Zoek Kim en Jim op, in Rotterdam, Antwerpen of Amsterdam. De Heere zegt immers: „Wat je aan deze kleinen gedaan hebt, dat heb je aan Mij gedaan!”