Frans protest tegen homohuwelijk zet religie weer op de kaart
Dat er in Frankrijk zo fel wordt geprotesteerd tegen het homohuwelijk, heeft te maken met de hardhandige manier waarop ruim honderd jaar geleden kerk en staat werden gescheiden, legt Michaela Wiegel uit.
Eigenlijk wilde hij de Fransen met elkaar verzoenen. Dat had François Hollande althans in de verkiezingscampagne beloofd. Maar in plaats daarvan heeft hij al in zijn eerste ambtsjaar met het ”huwelijk voor iedereen” zijn landgenoten tegen elkaar opgezet en opnieuw datgene ontketend wat door de historicus Emile Poulat de „oorlog van de twee Frankrijken” is genoemd.
Sinds er in Frankrijk, de ”oudste dochter van de kerk”, eerst een scheiding tussen kerk en school (1882) en daarna tussen kerk en staat (1905) was aangebracht, woekert er een strijd tussen degenen die deze secularisering uit naam van de vooruitgang en de moderniteit rechtvaardigen, en degenen die hierin een aanval op de door God gegeven, traditionele maatschappijordening zien.
Hoewel beide Frankrijken veelvoudige veranderingen hebben ondergaan, kan dit conflict, dat de samenleving splijt, steeds opnieuw de kop opsteken – zoals dat nu is gebeurd naar aanleiding van de wet over het homohuwelijk.
Vanaf het moment dat de linkse regering van premier Ayrault het wetsontwerp indiende op grond waarvan homoseksuele paren het recht krijgen in het huwelijk te treden en kinderen te adopteren, is het land niet meer tot rust gekomen. Niet alleen in de hoofdstad Parijs, maar overal in Frankrijk organiseren de voorstanders van het traditionele gezin zich. ”Een vader en een moeder, er is niets beters voor een kind”, staat er op hun spandoeken. Bij de protestbeweging hebben zich ook burgers aangesloten die geen kerkgangers zijn. De Rooms-Katholieke Kerk, met haar omvangrijke netwerk van scholen, gemeenten en verenigingen, steunt de protesten actief.
Eensgezind hebben ook de hoogste vertegenwoordigers van de islam en het jodendom in Frankrijk het homohuwelijk afgewezen. De weerstand tegen de wet blijkt bovendien aantrekkingskracht uit te oefenen op een generatie jonge Fransen die tot nu toe noch door partijpolitiek, noch door kerkelijk engagement waren opgevallen.
Fundament
De tegenstanders delen de zorg dat seculier links met het traditionele huwelijk en het gezin een fundament van de westerse christelijke samenleving opoffert. De belofte van minister van Justitie Christiane Taubira van een „nieuwe beschaving”, die dankzij het ”huwelijk voor iedereen” zou ontstaan, klonk daarbij als een bevestiging van alle zorgen.
De intensiteit van het conflict rond het homohuwelijk wordt begrijpelijker als we terugblikken naar het begin van de secularisering. In geen enkel ander Europees land is religie zo radicaal uit het maatschappelijk leven verdrongen als in het Frankrijk van het einde van de 19e eeuw.
In maart 1882 werd wettelijk vastgelegd dat de catechismus, de Bijbelse geschiedenis en iedere verwijzing naar andere religies uit de schoolboeken moesten verdwijnen. Sindsdien staat op de Franse openbare scholen ook het godsdienstonderwijs niet meer in het leerplan. Openbare gebeden werden verboden. In alle openbare gebouwen, zoals scholen, ziekenhuizen en gerechtsgebouwen, zijn christelijke symbolen verboden. In 1884 werd het recht op echtscheiding (opnieuw) ingevoerd. Maar een deel van Frankrijk verzette zich tegen deze verandering. Hoewel er in 1882 ook een wettelijke leerplicht werd ingevoerd, weigerden veel Fransen –vooral in landelijke gebieden– hun kinderen naar ”scholen zonder de Bijbel” te sturen.
In het eerste halfjaar van 1906 kwam het tot gewelddadige conflicten, nadat de secularisering van de instituties nog verder was doorgedreven. Vanaf 1904 mochten congregaties geen onderwijs meer geven, wat tot het vertrek van duizenden kloosterlingen leidde. De regering schafte het concordaat eenzijdig af.
In december 1905 werd ten slotte de wet op de scheiding van kerk en staat ingevoerd. Sindsdien ondersteunt de staat de religieuze gemeenschappen financieel niet langer en heft hij ook geen kerkbelasting meer. Een uitzondering vormen tot op de dag van vandaag drie departementen, die in 1905 als Elzas-Lotharingen bij Duitsland hoorden en waar het concordaat nog steeds van kracht is.
De voortschrijdende secularisering en de neergang van het antiklerikalisme hebben ertoe bijgedragen dat de katholieken zich met de secularisering hebben verzoend. Maar de aanval van de staat op het huwelijk heeft alle christelijke instellingen, die behept zijn met een historisch diepgeworteld gevoel van kwetsbaarheid, wakker geschud.
Het is in dit verband ironisch dat de jonge betoogsters tegen het ”huwelijk voor iedereen” rode jakobijnenmutsen dragen. Die hoofddeksels waren ooit het vrijheidssymbool van de revolutionairen en van het Frankrijk dat de mensenrechten, de vooruitgang en de scheiding van kerk en staat tegen het kamp van de restauratie en het klerikalisme verdedigde.
De auteur is correspondent voor de Frankfurter Allgemeine Zeitung, waarin een uitgebreidere versie van dit artikel is verschenen. Deze Nederlandse vertaling is overgenomen van presseurop.eu.