Afgelopen vrijdag zijn de voormalig Amsterdamse hoofdofficier van justitie H. Vrakking en landelijk officier van justitie J. Kuitert al tijdens een besloten zitting door het hof ondervraagd.

Een week eerder heeft het hof de voormalig chef van de Criminele Inlichtingendienst (CID) Kennemerland, K. Langendoen, diens toenmalig rechterhand J. van Vondel en officier van justitie Van Veen al achter gesloten deuren aan de tand gevoeld.

De aanleiding voor de geheime zittingen is dat J. zelf begin december het hof heeft verteld van zijn werkzaamheden voor CID-Kennemerland en het Interregionaal Rechercheteam Noord-Holland/Utrecht, dat onderzoek deed naar de opvolgers van de geliquideerde drugsbaron Klaas Bruinsma.

J. taat in hoger beroep terecht voor het leiden van een criminele organisatie en de smokkel van 1200 kilo cocaïne in 1999. De rechtbank in Haarlem veroordeelde hem hiervoor vorig jaar tot twaalf jaar cel.

De Haarlemmer werd vrijgesproken van de beschuldiging dat hij als informant van de politie dubbelspel had gespeeld. Justitie verdacht J. er aanvankelijk van dat hij onder deze dekmantel en met hulp van corrupte douaniers en politiemensen duizenden kilo’s cocaïne voor criminelen had ingevoerd.

Het openbaar ministerie (OM) kreeg echter niet eens bevestigd dat J. de informant was, ook al omdat J. zelf, maar ook de betrokken politie- en justitiemedewerkers hierover bleven zwijgen.

In hoger beroep heeft J. achter gesloten deuren wel openheid van zaken gegeven. Zijn advocaat, strafpleiter C. Korvinus, vindt dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat justitie naar buiten heeft gebracht dat J. politie-informant was. Daarmee heeft het OM het leven van J. en zijn familie in gevaar gebracht, meent de raadsman.

De ontboezemingen van J. zijn voor het hof aanleiding geweest om een aantal hoofdrolspelers in de IRT-affaire als getuige op te roepen. Vrijdag zou het hof in een openbare zitting een uitspraak doen over het verweer van Korvinus. Die zitting gaat door het nieuwe getuigenverhoor niet door.