Aantal christenen in Jemen wellicht hoger dan gedacht
De tijden dat Jemen bekendstond als het ”Arabia felix” (gelukzalig Arabië) zijn al lang voorbij. De laatste tientallen jaren kreeg Jemen steeds meer de status van verarmde pariastaat.
Jemen ligt met zijn armoe te midden van de uitbundige rijkdom van de andere Arabische golfstaten. Tot nu toe gunden de buren Jemen niet het lidmaatschap van de prestigieuze Gulf Cooperation Council. Ook profiteerde Jemen niet van de mediabelangstelling die volgde op de zogeheten Arabische lente.
Van de kleine christelijke gemeenschappen in Jemen wordt evenmin veel vernomen. Op de ranglijst van de christelijke organisatie Open Doors bezet Jemen de negende plaats. Dat is een teken voor het klimaat waarin christenen in Jemen trachten te leven (vooral ook te overleven). Open Doors noemt „religieus extremisme” de belangrijkste oorzaak van de slechte score van Jemen op het gebied van tolerantie voor niet-islamitische minderheden.
In Jemen was de situatie vanouds het best in de zuidelijke regio Aden. Daar is een vijftal kerken. Maar in de afgelopen jaren heeft juist hier al-Qaida zich genesteld. Door slim gebruik te maken van stamverbanden breidde dit radicale netwerk zijn invloed gestaag uit, met alle negatieve consequenties voor niet-moslims.
Het noorden van Jemen wordt vooral bewoond door stammen die een sjiitische variant van de islam aanhangen. In dit gebied waren kerkbouw of christelijke activiteiten standaard streng verboden. In het hele land kregen de laatste jaren de partijen die nadrukkelijker islamitisch zijn meer aanhang. Dat lijkt weinig goeds te voorspellen voor de christelijke minderheid.
In zo’n situatie kiezen christenen er uit lijfsbehoud voor om zo weinig mogelijk zichtbaar te zijn. Dat is een van de redenen waarom internationale christelijke organisaties in het duister tasten omtrent het aantal christenen in Jemen. Open Doors schat hun aantal op „enkele duizenden, onder wie enkele honderden bekeerlingen uit de islam.”
Recent verscheen er op de Arabischtalige christelijke site Linga echter een verslag dat de veelzeggende titel ”Christenen in Jemen: een minderheid die bidt in het verborgene” had meegekregen.
Een Jemenitische mensenrechtenactivist die zichzelf Abdul Razaq noemt, schrijft dat „christenen in Jemen hun geloof niet vrij kunnen beleven en ook niet in vrijheid een kerk kunnen bezoeken.” Net als in Egypte vereist de bouw van een kerk speciale toestemming van de regering. In de praktijk wordt die nooit gegeven. Het artikel verwijst naar de rooms-katholieke kerk, die al jaren op een vergunning wacht.
Interessant is echter dat dit artikel enkele statistische gegevens bevat. Het aantal Jemenitische christenen wordt op 2500 geschat, maar daarnaast zouden er tussen de 15.000 en de 25.000 christenen leven uit vooral Ethiopië, Eritrea en Somalië. Mensen met een donkere huidskleur worden in Jemen vanuit racistische motieven vaak met minachting bejegend. Ze hebben bijvoorbeeld grote moeite werk te vinden. Vandaar dat vooral christenen uit de Hoorn van Afrika hun christelijke namen in Jemen inruilen voor een islamitische. Voor gebedsdiensten komen ze heimelijk bij elkaar in woonhuizen. Ze trachten hun christelijke identiteit af te schermen en hun geloof in het verborgene te beleven.
Het wetenschappelijke tijdschrift Arabian Humanities publiceerde vorig jaar een uitgebreide sociologische studie naar de arbeidsmigratie van vooral Ethiopische christelijke vrouwen naar Jemen en concludeerde dat deze emigratie een enorme vlucht had genomen. Deze vrouwen verrichten vooral huishoudelijk werk bij beter gesitueerde Jemenitische families.
Hetzelfde geldt in mindere mate voor christelijke emigranten uit Eritrea. Alleen al in 2012 staken zo’n 80.000 Ethiopiërs de Rode Zee over in een poging werk te vinden in Saudi-Arabië, maar ze kwamen niet verder dan Jemen. Velen van hen trachten vervolgens in de Jementische hoofdstad Sanaa werk te vinden op de florerende illegale arbeidsmarkt.
Al deze cijfers suggereren dat het werkelijke aantal in Jemen verblijvende christenen veel hoger is dan vaak wordt vermoed. Ze verkeren in een kwetsbare positie. Internationale christelijke organisaties zijn er nauwelijks meer in Jemen nadat de afgelopen jaren een aantal van hun medewerkers werd ontvoerd en in enkele gevallen gedood.
De problemen waarmee christenen in Jemen tijdens hun leven worden geconfronteerd, krijgen soms zelfs na het overlijden een vervolg. Ethiopische christenen bijvoorbeeld mogen door een decreet van de Jemenitische overheid niet in de hoofdstad Sanaa worden begraven. Hun nabestaanden kunnen ervoor kiezen het lichaam naar Ethiopië te laten overbrengen, wat voor de meesten echter financieel niet haalbaar is. Om hun familielid toch in Sana te kunnen begraven, dienen ze een moslim te benaderen met goede politieke connecties die bereid is om tegen een financiële vergoeding de christelijke naam van de overledene op papier alsnog te veranderen in een islamitische naam.
De Ethiopisch-Orthodoxe Kerk en twee evangelische kerken beschuldigen hun regering van onverschilligheid voor discriminatie tegen christenen in Jemen.