Peijs tegen hogere maximumsnelheid
Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat en de Tweede Kamer zijn het niet eens over de mogelijkheden om de maximumsnelheden op autosnelwegen te verhogen van 100 naar 120 kilometer per uur.
Dat bleek donderdag in de Tweede Kamer tijdens een overleg over snelheidslimieten. CDA, VVD en LPF vinden dat op veel plaatsen de maximumsnelheid omhoog kan, maar de minister voelt daar niets voor.
„Vroeger dacht ik dat de 100-kilometergrens alleen te maken had met verkeersveiligheid, maar dat is niet zo. Verhoging van de grens heeft ook tot gevolg dat er meer luchtvervuiling komt en meer geluidsoverlast. Als op alle trajecten waar nu 100 gereden mag worden de grens op 120 komt, is er 500 tot 800 miljoen euro nodig voor extra geluidsschermen. Dat geld is er niet”, aldus de bewindsvrouw.
CDA, VVD en LPF waren niet blij met deze benadering. Zij willen graag flexibilisering van de snelheden. Op trajecten waar nu 100 gereden mag worden, zou buiten de spits 120 het maximum moeten zijn en 100 of 80 tijdens de spits en slechte weersomstandigheden. Ze benadrukten dat de vorige minister Van Verkeer en Waterstaat, De Boer, wel positief tegenover flexibilisering stond. Peijs beloofde dat ze er nog eens naar zal kijken, maar veel mogelijkheden ziet ze niet.
De Kamer steunde wel het voornemen van de minister en haar medebewindspersoon Van Geel, staatssecretaris van Milieu, om het aantal stukken snelweg waar maximaal 80 kilometer per uur gereden mag worden, uit te breiden. Nu geldt de grens van 80 alleen op de A13 bij Overschie. De resultaten van de proef op het gebied van luchtvervuiling en geluidsoverlast zijn zo positief dat de snelheidsverlaging op dit traject definitief wordt.
De Kamer is in principe bereid om op vergelijkbare trajecten de maximumsnelheid te verlagen naar 80, bijvoorbeeld bij rondwegen in Amsterdam en Utrecht. Volgend jaar komen de bewindslieden met een definitief voorstel.