Dat zegt Thomas Edens, ontwikkelingsdirecteur bij VWE voertuiginformatie en -documentatie, maandag. „Er zijn nu ongeveer 2000 elektrische auto’s in Nederland. De verkochte aantallen blijven dus ver achter de doelstelling van 100.000 in 2020, terwijl alle fiscale middelen al uit de kast zijn getrokken om de vraag te stimuleren”, vertelt Edens.

De doorbraak van de elektro-auto blijft onder meer uit door de nog altijd hoge aanschafprijs ten opzichte van die voor een ‘gewone’ auto en het zeer beperkte aanbod waar consumenten uit kunnen kiezen. „En mensen zijn toch bang om met een lege batterij stil te komen staan. Daarnaast weet niemand wat zo’n auto straks nog waard is”, zegt de VWE-directeur. Hij wijst er ook op dat elektrische auto’s alleen interessant zijn voor zakelijke rijders, met 0 procent fiscale bijtelling.

De autobranche schuift de komst van elektrisch aangedreven auto’s het liefst zo ver mogelijk op de lange baan, omdat zowel de fabrikant als de dealer zijn inkomsten er flink mee ziet teruglopen. „Vooral op het gebied van onderhoud. Er hoeft bijvoorbeeld geen olie meer ververst te worden, of benzineleidingen vervangen te worden. Voor autofabrikanten bestaat een aanzienlijk deel van hun inkomsten uit onderdelen die tijdens onderhoud vervangen worden”, weet Edens.

Voor de autoproducenten is het veel goedkoper om de traditionele verbrandingsmotor op allerlei verschillende manieren door te ontwikkelen. „Waarschijnlijk is dat ook voldoende voor ze om aan de EU-eisen op het gebied van CO2-uitstoot in 2020 te voldoen.”