„Basisschool is ziel van kleine dorpskern”
ZWOLLE. Is instandhouding van een basisschool in een kleine kern noodzakelijk om een buurtschap leefbaar te houden? Ja, zeiden schooldirecteuren en ouders woensdag op een hoorzitting van de ChristenUniefractie van Overijssel. Niet per se, zeiden een aantal deskundigen.
De 1300 basisscholen met minder dan 100 leerlingen moeten sluiten of fuseren, zo adviseerde de Onderwijsraad in februari. De ChristenUnie kwam daartegen in het geweer door een serie hoorzittingen te houden over het belang van kleine scholen.
Nu gaan provincies weliswaar niet over onderwijs, maar wel over de leefbaarheid in kleine kernen, aldus de Overijsselse ChristenUniefractievoorzitter Westert. En de teloorgang van die leefbaarheid heeft weer alles te maken met krimp, waar ook delen van Overijssel, met name in Twente, mee te maken hebben.
Directeur Teun Jelle de Vries van de christelijke Oranjeschool in Zalk vatte de gevolgen van een eventuele sluiting van zijn school samen. „Jonge gezinnen trekken dan weg, overigens is er nu al onvoldoende huisvesting voor hen. De bevolking zal vergrijzen. De leerlingen zullen zich verspreiden over andere scholen, terwijl de dichtstbijzijnde 10 kilometer verderop ligt. Dat leidt tot hoge vervoerskosten voor de ouders en de gemeente. De kinderen houden minder tijd over om te spelen en de sociale samenhang zal minder worden. De bouw van een multifunctioneel centrum, dat de school zal gaan gebruiken, zal niet doorgaan. De leefbaarheid wordt minder.”
Protest
Datzelfde stelde ook Kristel Scholten Linde, moeder van vijf kinderen uit Agelo (gemeente Dinkelland). Zij stelde dat sluiting van de rooms-katholieke basisschool ’n Baoken in haar buurtschap ook de teloorgang van de carnavals- en klootschietvereniging tot gevolg zal hebben.
Zij en andere ouders zijn strijdbaar. Met de leerlingen waren ze vorige week naar Den Haag getogen om te protesteren tegen de dreigende sluitingsnorm. Ook hebben zij de stichting Behoud kleine scholen opgericht. Die moet het verzet tegen de norm gaan bundelen.
De Vries en andere onderwijsvertegenwoordigers benadrukten dat leerlingen op kleine scholen minder last hebben van pestgedrag, dat leerlingen met sociale stoornissen als ADHD en autisme daar beter worden opgevangen en dat door de individuele aanpak er minder verwijzingen van leerlingen naar het speciaal onderwijs nodig zijn.
Kulturhus
Anton Bosch van de Overijsselse Vereniging van Kleine Kernen en Hans Peter Benschop van het wetenschappelijke Trendbureau Overijssel beweerden dat sluiting van een school niet per se ten koste hoeft te gaan van de leefbaarheid in een gemeenschap. Bosch vindt de beschikbaarheid van een fysieke ontmoetingsplek, zoals een kulturhus of dorpshuis, veel belangrijker. „In het buurtschap Herxen in Olst-Wijhe werd de school opgeheven. Het gebouw is omgebouwd tot een kulturhus, dat de spil van de gemeenschap is geworden.” Bosch en Benschop konden Van Dijk (SGP) niet overtuigen: „Een school is de ziel van de samenleving.” En CU-Statenlid Van der Bent wees op de dreigende teloorgang van de mantelzorg.
De Putter, namens de 25 onderwijswethouders uit Overijssel, en Bosch hopen dat staatssecretaris Dekker van Onderwijs in ieder geval het algemene karakter van de voorgestelde opheffingsnorm van honderd leerlingen schrapt. Deze komt eind mei met een reactie op het advies.
Overigens toonde Benschop aan dat de grootste achteruitgang van het aantal leerlingen, door de geboortebeperking, achter de rug is. „Het leerlingenaantal is stabiel. De daling gaat in Overijssel niet door, behalve in een bepaalde plattelandsgemeenten, zoals Hof van Twente en Olst-Wijhe. In Deventer stijgt het leerlingenaantal daarentegen. De Onderwijsraad had tien jaar geleden met zijn advies moeten komen.”