„N-Korea martelt duizenden in strafkampen”
In Noord-Korea zijn tientallen strafkampen waar gevangenen worden blootgesteld aan marteling en ondervoeding. Ook worden er gevangenen geëxecuteerd. Dat blijkt uit een woensdag in Washington gepresenteerd rapport van het Amerikaanse Comité voor Mensenrechten in Noord-Korea.
Noord-Korea ontkent dat het politieke gevangenen heeft. Het rapport, ”De verborgen goelag. Het onthullen van Noord-Korea’s gevangenkampen”, is echter gebaseerd op gesprekken met ex-gevangenen, bewakers en satellietfoto’s.
David Hawk, die eerder als mensenrechtenonderzoeker werkte bij de Verenigde Naties, is de samensteller. Hij onderzocht eerder onder meer de volkerenmoord van de Rode Khmer in Cambodja en de massamoorden in Rwanda.
In de Noord-Koreaanse kampen, mijnen en industriële complexen zitten volgens ooggetuigenverslagen tussen de 150.000 en de 200.000 mensen vast. Er verblijven volgens het rapport zowel politieke gevangen als gewone criminelen, van wie velen slavenarbeid verrichten totdat ze sterven.
De redenen waarom mensen gevangen zitten verschillen. Meestal gaat het om vermeende oppositie tegen de leider Kim Jong Il of zijn overleden vader, Kim Il Sung. Sommigen moesten naar een gevangenkamp omdat ze inkt op een foto van de leiders hadden gesmeerd. Anderen hadden geen foto van de leiders in hun woning hangen, wat verplicht is in Noord-Korea. Een vrouw dat een Zuid-Koreaans popliedje zong, moest dat bekopen met een verblijf in een kamp.
Noord-Koreanen die terugkeerden uit Japan en „besmet waren met Japans liberalisme en kapitalistische welvaart” ondergingen hetzelfde lot. Tot drie generaties van de familie van een gevangene kunnen worden opgesloten om hun politieke zuiverheid te garanderen.
Het werk in de kampen is fysiek erg zwaar. Een overlevende zei dat hij, terwijl hij tot zijn middel in ijskoud water stond, stenen moest verzamelen voor de bouw van een elektriciteitscentrale. Bij dit werk stierven tientallen mensen en verloren velen vingers en tenen. Volgens een voormalig bewaker stierven per jaar 1500 tot 2000 mensen, voornamelijk kinderen, in het kamp waar hij werkte. Het aantal mensen dat overleed door mishandeling was zo groot dat bewakers op een gegeven moment te horen kregen dat ze minder gewelddadig moesten zijn.
Naar China gevluchte Noord-Koreanen die zijn teruggestuurd, zitten in aparte kampen. Zwangere vrouwen zouden hier worden gedwongen tot een abortus, of moeten toekijken hoe hun kind na de geboorte wordt gedood, omdat de kans bestaat dat de vader Chinees is. Een 66-jarige vrouw die vrouwen hielp bevallen, vertelde dat abortussen werden uitgevoerd en dat pasgeboren baby’s werden gedood door verstikking of mishandeling.
Volgens een kamparts hoefde Noord-Korea kinderen van buitenlandse vaders niet te voeden wegens het voedselgebrek in het land. Ruim 300.000 Noord-Koreanen zijn volgens mensenrechtengroepen naar China gevlucht voor de honger en het strenge regime van het stalinistische Noord-Korea. China beschouwt deze mensen niet als vluchtelingen en stuurt hen meestal terug.