Het Israëlische hooggerechtshof hief woensdag een drie jaar durend publicatieverbod op over de wijze waarop Tannenbaum in Libanon belandde. Israëlische media publiceerden daarop diverse berichten, waarvan sommige elkaar tegenspreken. Tannenbaums familie zegt dat het opheffen van de publiciteitsstop het leven van de zakenman in gevaar kan brengen.

Tannenbaum was betrokken bij drugshandel, aldus het doorgaans betrouwbare dagblad Ha’aretz vanmorgen. Hij werkte samen met de Israëlische Arabier Kais Obeid, die spoedig na Tannenbaums ontvoering verdween en volgens Israëlische inlichtingen opdook in Libanon, waar hij werkt voor Hezbollah.

Volgens Ha’aretz reisde Tannenbaum in oktober 2000 naar Brussel. Vervolgens reisde hij op aandringen van Obeid door naar Abu Dhabi, in de Verenigde Arabische Emiraten. Daar zou hij lucratief zaken hebben kunnen doen, mogelijk op het gebied van verdovende middelen. Vanuit Abu Dhabi kwam hij in Libanon terecht.

Het kan zijn dat Tannenbaum uit eigen vrije wil naar Libanon is gereisd, maar het is ook mogelijk dat hij in Abu Dhabi al werd overvallen. Volgens het Israëlische tv-station Kanaal Twee hield Tannenbaum zich ook bezig met de opkoop van medicijnen waarvan de uiterste verkoopdata verlopen was, om deze met een andere datum opnieuw te verkopen.

Volgens de Israëlische militaire commentator Ze’ev Schiff was Iran vermoedelijk betrokken bij de ontvoering. „Zonder hulp van de Iraanse inlichtingendienst zou Hezbollah het moeilijk gevonden hebben om Tannenbaum van Abu Dhabi naar Libanon te brengen.”

De familie van Tannenbaum zei woensdag dat de uitgelekte informatie ertoe kan leiden dat de Hezbollah hem opnieuw zal verhoren en martelen. „De vraag is niet of mijn vader vrijgelaten zou moeten worden, maar of hij zal worden vermoord”, aldus Tannenbaums dochter Keren.

Zij zei dat als de gevangenenuitwisseling niet doorgaat, Hezbollah haar vader zal vermoorden of laten sterven in de cel, omdat hij dan geen waarde meer voor de ontvoerders heeft. „Vandaag is er een gelegenheid om hem naar huis te brengen, een gelegenheid die zich mogelijk niet weer zal voordoen.” De familie ontkent dat Elhanan Tannenbaum betrokken was bij drugshandel.

Israël en Hezbollah onderhandelen op het ogenblik via bemiddeling van Duitsland over een gevangenenruil. Daarbij zal Israël honderden Palestijnse gevangenen en een aantal Libanese gevangenen ruilen voor Tannenbaum en de stoffelijke resten van drie in 2000 omgekomen Israëlische soldaten. Tot de Libanezen die Israël zou willen vrijlaten, behoort onder meer Mustafa Dirani, die in 1986 betrokken was bij het gevangennemen en ’verkopen’ aan Iran van de neergeschoten navigator Ron Arad. Tot grote woede van diens familie wordt Arad niet betrokken bij de uitwisseling.

Verschillende parlementariërs en ministers hebben kritiek op de uitwisseling. Israël betaalt volgens hen een onevenredig hoge prijs. De deal zal volgens hen een gevaarlijk precedent scheppen, dat nieuwe ontvoeringen zal uitlokken.