Nullijn in zorg definitief van tafel
DEN HAAG (ANP). De nullijn in de zorg is definitief van tafel. Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) heeft dat woensdag aan de Tweede Kamer laten weten.
Schippers stuurde de Kamer een brief over het zorgakkoord dat kabinet en zorgsector woensdagochtend hebben gesloten. Het kabinet had eerder aangekondigd dat de salarissen van medewerkers in de zorg vanaf volgend jaar bevroren zouden worden. In het sociaal akkoord dat het kabinet eerder sloot met werkgevers en vakbonden werd dit voornemen voorlopig in de ijskast gezet, en nu gaat het helemaal niet meer door.
Het zorgakkoord kan worden betaald doordat de werknemers in de zorg afzien van financiële extraatjes, bijvoorbeeld voor bevorderingen. Volgens het regeerakkoord zou dat pas vanaf 2016 gebeuren, maar dat wordt nu 2014. De maatregel levert ruim 1 miljard euro op. Dat geld wordt gebruikt om een aantal eerder aangekondigde bezuinigingen te verzachten.
Tijdens een persconferentie zei Schippers: „We komen niet over een paar maanden nog eens langs voor de nullijn.” De minister zei trots te zijn op de gemaakte afspraken. „Ik kan me niet heugen dat zo veel partijen uit de zorg zo’n breed akkoord hebben gesloten met het kabinet over een pakket maatregelen dat best ver gaat.”
Schippers ziet ernaar uit om de afspraken verder uit te werken. „Dit gaat ook ergens over. De kern is dat de plannen in het regeerakkoord doorgaan, maar er zijn aspecten bij gekomen die betrekking hebben op de patiënten de werknemers.”
Reacties
Fleur Agema, Tweede Kamerlid voor de PVV: „De PVV is ontsteld over het zorgakkoord dat de bonden met het kabinet hebben gesloten en vindt het onbegrijpelijk dat de bonden hebben ingestemd met de draconische bezuinigingen op (met name) de ouderenzorg. Verzorgingshuizen worden gesloten, de thuiszorg afgebroken, de Agema-gelden geschrapt, de dagbesteding geschrapt, het recht op zorg bij het vuilnis gezet, het eigen risico blijft onverantwoord hoog, keuzevrijheid voor de patiënt wordt opgeheven en inkomensregelingen voor zieken en gehandicapten worden opgeheven.”
Tweede Kamerlid Mona Keijzer (CDA): „Dit akkoord is vooralsnog een akkoord vol vraagtekens. Een akkoord met een deel van de bonden, maar zonder de grootste bond, de AbvaKabo. Wat betekent dat bij de uitvoering van dit akkoord? Daarnaast is het teleurstellend dat er niet is overlegd met de mensen die het betreft, namelijk de patiëntenorganisaties, cliëntenorganisaties, ouderenbonden en ook niet met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het allerbelangrijkste is de vraag wat dit gaat betekenen voor cliënten die langdurig gebruik moeten maken van ondersteuning, zorg en verpleging.”
DeRMU: „Een eenzijdig opgelegde nullijn is nu deels van tafel. Op zich is het goed te verdedigen dat er afgesproken is dat een deel van het geld dat beschikbaar is voor verhoging van het salaris, ingezet wordt voor het deels terugdraaien van de voorgenomen bezuinigingen en zal leiden tot behoud van meer werkgelegenheid. Om die reden is de RMU blij met dit akkoord.”
Tweede Kamerlid Bas van ’t Wout (VVD): „Dit zijn voor de VVD belangrijke stappen op weg naar toekomstbestendige langdurige zorg. Het is belangrijk dat nu ook werkgevers en werknemers zich hebben gecommitteerd aan deze hervormingen. In het akkoord zijn afspraken gemaakt over werkgelegenheid en opleidingen in de zorg. Tegelijkertijd is hiermee overeenstemming bereikt over de noodzakelijke hervorming van de langdurige zorg. Doordat de financiering bestaat uit een aanpassing van de lonen en tarieven in de zorg, wordt aan de financiële kaders van het regeerakkoord voldaan.”
SGP-leider Van der Staaij op Twitter: „Zorgakkoord bevat welkome verzachtingen voor mensen die veel zorg nodig hebben, maar roept veel vragen op over uitwerking en financiering.”
PvdA-Kamerlid Otwin van Dijk: „De PvdA wil de zorg op een sociale en verantwoorde manier hervormen. Om de zorg voor iedereen beschikbaar en betaalbaar te houden, zijn hervormingen nodig. Hervormingen die ervoor zorgen dat we zorg dichtbij, persoonlijker en minder ingewikkeld organiseren. We willen bovendien een betrokken samenleving, waarin mensen naar elkaar omkijken en elkaar helpen. Daarom is het goed dat het kabinet samen met werknemers en werkgevers in gesprek is gegaan over de hervormingen in de zorg.”
Tweede Kamerlid Renske Leijten van de SP: „Het kabinet kan dit presenteren als een overwinning, maar de sloopplannen van Van Rijn blijven gewoon overeind. De bezuinigingen lijken minder hard, maar eigenlijk is het vestzak-broekzak. Mensen in een instelling, ouderen en gehandicapten, betalen het uitstel van de bezuinigingen. En de thuiszorg wordt minder hard wegbezuinigd, maar dat wordt betaald door de handen aan het bed in verpleeghuizen terwijl die ook hard nodig zijn.”
D66-Kamerlid Vera Bergkamp: „Het is belangrijk dat er nu een akkoord is, maar we hebben nog veel vragen. Voor hoelang is de nullijn in de zorg nu echt van tafel? Ik vind het jammer dat dit kabinet nu weer belangrijke hervormingen vooruit wil schuiven. Bij het sociaal akkoord werden veel maatregelen op de lange baan geschoven, dat gebeurt hier in feite weer.”
Tweede Kamerlid Carla Dik van de ChristenUnie: „Hoewel het zorgakkoord een belangrijke verbetering van het regeerakkoord is, zijn belangrijke partijen, namelijk cliëntenorganisaties en de gemeenten, nog niet betrokken. Er is in een tijd van crisis en oplopende werkloosheid veel te zeggen voor de gemaakte afspraken om meer banen in de zorg te behouden in ruil voor loonmatiging. Uit de gesprekken van de ChristenUnie blijkt hoe groot de zorgen zijn over de zorg voor mensen met een zware zorgvraag. Die wil het kabinet overhevelen naar de gemeente. Dat er door middel van het zorgakkoord gezocht is naar alternatieven geeft ons goede hoop.”
Tweede Kamerlid Linda Voortman (GroenLinks): „Goede zorg gaat over veel meer dan het behoud van banen. GroenLinks wil dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Met dit zorgakkoord bereik je het tegenovergestelde. Door zo fors te bezuinigen op thuiszorg, het persoonsgebonden budget en dagbesteding belast je mantelzorgers enorm en jaag je mensen die zorg nodig hebben juist de instelling in.”