„Fyra-vervanger kan echt niet vaker rijden”
DEN HAAG (ANP). Het gaat voorlopig echt niet lukken om de tijdelijke intercity die de Fyra vervangt vaker te laten rijden dan 8 keer per dag. Dat schrijft staatssecretaris Wilma Mansveld (Spoor) dinsdag aan de Tweede Kamer.
Wel zal ze de vervoerders vragen om zo snel mogelijk tien keer per dag een verbinding tussen Den Haag en Brussel te realiseren. Maar ook daarbij moet volgens Mansveld worden aangetekend dat dit op z’n vroegst pas na de zomer geregeld kan zijn.
De staatssecretaris benadrukt dat zij net als de Kamer graag zou zien dat de trein 16 keer per dag zou rijden, zoals ook met de Fyra het geval zou zijn geweest. Maar het is „gewoonweg ingewikkeld” om meer treinen te laten rijden. Zo moet er ruimte zijn op het spoor, zijn er locomotieven nodig, en moeten er machinisten en conducteurs beschikbaar zijn.
Mansveld meldde eerder al aan de Kamer dat het dit jaar niet gaat lukken om de tijdelijke intercity vaker te laten rijden. De Kamer nam daar echter geen genoegen mee en vroeg haar om meer informatie. Woensdag bekijkt de Kamer hoe het nu verder moet met de Fyra-vervanger.
In elk geval heeft de NS bij spoorbeheerder ProRail ruimte aangevraagd om in 2014 wel met 16 vervangende treinen te kunnen gaan rijden. Daardoor zouden er 8 directe treinen kunnen gaan rijden tussen Den Haag en Brussel en komen er 8 verbindingen die een overstap in Roosendaal vereisen, meldde Mansveld.
Of die oplossing echt nodig is, hangt af van de technische staat van de Fyra V250. Daarover hoopt Mansveld in juni uitsluitsel te hebben. Er moet dan duidelijk worden of de Fyra überhaupt nog terugkomt, gedeeltelijk terugkeert of weer volledig ingezet kan worden. Ondertussen kijkt de NS naar alternatieven, zoals het inzetten van dubbeldekkers of nationale Fyra’s (de V160), zodat er geen gat ontstaat als de Fyra V250 (gedeeltelijk) niet terugkeert.