Buurtbus als verlengstuk van het OV
HEERJANSDAM. Een lijnbus is onrendabel en een belbus ongewenst. De buurtbus blijkt echter succesvol voor Heerjansdam. Onlangs werd de tienduizendste passagier in negen maanden begroet. Vervoerder Arriva ziet het als een goed verlengstuk van het OV.
Heerjansdam is een dorp met 3600 inwoners. Tot tien jaar geleden was het zelfstandig. Inmiddels behoort het bij Zwijndrecht, dat negen kilometer oostelijker ligt. Aan de westkant ligt Barendrecht, dat in de loop van de jaren richting Heerjansdam groeide. De afstand tot deze plaats bedraagt ook nog steeds enkele kilometers. De inwoners van het dijkdorp zijn voor een belangrijk deel aangewezen op de naburige plaatsen. Scholen en winkels zijn er niet veel in het dorp.
In 2005 bleek dat Arriva de busverbinding tussen Zwijndrecht en Heerjansdam wilde stopzetten, omdat de lijn niet rendabel was. Connexxion verzorgde het vervoer naar Barendrecht, maar meer dan eens vervoerde de bus slechts enkele passagiers.
Uit een enquête van de dorpsraad in Heerjansdam bleek dat er toch behoefte was aan openbaar vervoer. Er werd een commissie in het leven geroepen om te ijveren voor het behoud van het OV. Een van de leden was Albert Abee, gepensioneerd vrachtwagenchauffeur. „We wisten te bereiken dat Arriva bleef rijden, ook al was het met een achtpersoons taxibusje en slechts één keer per uur.” Arriva nam ook de lijn naar Barendrecht van de concurrent over.
Ook het taxibusje bleek echter niet rendabel. Abee: „In oktober 2011 gaf Arriva aan vanaf januari 2012 over te stappen op de belbus.” Dat was tegen het zere been van de Heerjansdammers. Bellen om een bus te laten komen en vervolgens geruime tijd moeten wachten, zagen de dorpelingen volgens Abee niet zitten. „Als commissie hebben we vervolgens voorgesteld een buurtbus in te zetten. Arriva was meteen voorstander.”
Op 2 juli 2012 verzorgde Abee de eerste rit. Inmiddels zijn er zo’n dertig vrijwilligers die gemiddeld één keer per twee weken vier uur rijden. De bus doet zes dagen per week Heerjansdam aan. Het belangrijkste verschil tussen de gewone bus en de buurtbus, is dat die laatste draait op vrijwilligers. „Arriva betaalt het busje, wij zorgen voor chauffeurs.” Ook het maken van chauffeursroosters wordt door vrijwilligers gedaan. Kosten voor onder andere vergaderingen worden opgebracht door sponsors. Een ander verschil is dat de buurtbus overal stopt waar de passagier wil in- of uitstappen, zolang het maar op de route ligt.
Passagiers kunnen bij de bus een kaartje kopen of reizen met de OV-chipkaart. Er rijden zowel scholieren als ouderen mee, evenals mensen die bij de veiling in Barendrecht werken en voor de deur worden afgezet.
Al sinds 1977 zijn er buurtbusprojecten in Nederland. Momenteel zijn het er meer dan honderd. Daarvan heeft Arriva er 37. De vervoersmaatschappij ziet de buurtbus als verlengstuk van het OV. Volgens een woordvoerder van Arriva is een belangrijke voorwaarde voor een buurtbusproject dat er van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 en 19.00 uur elk uur een bus moet kunnen rijden. Er mogen maximaal acht passagiers mee. Zit de bus vol, dan moeten mensen soms een uur wachten. Overigens wijst de praktijk uit dat er ook mensen staan of op de grond zitten als alle stoelen bezet zijn. In sommige gevallen is een project zo succesvol dat er meerdere bussen per uur nodig zijn. Het kan dan gebeuren dat de buurtbus wordt opgeheven en wordt vervangen door een lijndienst.