De kortgedingrechter in Den Haag besloot deze maand dat uitlevering niet mocht, zolang de VS niet garanderen dat K. direct na aankomst een zogenoemde EMDR-behandeling krijgt. Nederland deed eerder die toezegging, maar later bleek dat de VS hem een zogenoemde CGT-behandeling willen geven. „Geen van beide behandelingen is superieur aan de andere”, zei de landsadvocaat.

De VS willen K. vervolgen voor het beramen van aanslagen op militairen in Afghanistan. Hij werd in Pakistan gepakt en vervolgens gemarteld. De verdachte zegt dat dit gebeurde met medeweten van de Amerikanen. Hard bewijs voor die betrokkenheid werd niet geleverd. K. zou een posttraumatische stressstoornis (PTSS) door de martelingen hebben opgelopen. De behandeling daarvoor lag de afgelopen maanden stil, maar die heeft hij inmiddels weer opgepakt.

Twee Nederlanders die ook vast zaten in Pakistan en ook zeggen gemarteld te zijn, hebben volgens de landsadvocaat niet vastgezeten op dezelfde locatie als K. Dat heeft onderzoek van Buitenlandse Zaken uitgewezen, zei hij. De advocaat van K., André Seebregts, zei voor het eerst over dat onderzoek te horen. „Ik ben dan wel benieuwd hoe het ministerie dat weet. K. is niet in de gevangenis bezocht, maar in een zogenoemd safehouse.” De mannen beweren wel op dezelfde locaties te hebben vastgezeten.

Het gerechtshof in Den Haag doet 21 mei uitspraak.