Het Nederlandse begrotingstekort bedroeg vorig jaar 4,1 procent, tegen 4,5 procent een jaar daarvoor. De Europese begrotingsregels stellen dat het tekort niet hoger mag zijn dan 3 procent.

De staatsschuld van de eurolanden kwam aan het einde van vorig jaar uit op 90,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van het eurogebied, tegen 87,3 procent een jaar daarvoor. Voor de hele EU van 27 landen was de schuld 85,3 procent van het bbp, tegen 82,5 procent een jaar eerder.

De hoogste staatsschulden in de eurozone werden gemeten in Griekenland (156,9 procent van het Griekse bbp) en Italië (127 procent van het Italiaanse bbp). De Nederlandse schuld was 71,2 procent van het Nederlandse bbp. De regels voor de eurolanden schrijven een schuld van maximaal 60 procent van het bbp van een land voor.

Het totale bbp van de eurozone kwam eind 2012 uit op 9490 miljard euro. De totale schuld van de eurolanden bedroeg 8600 miljard euro. De EU had een bbp met een waarde van 12.902 miljard euro en een schuld van 11.011 miljard euro.

De staatsuitgaven van de eurolanden kwamen in 2012 overeen met 49,9 procent van het bbp. Bij de gehele EU is dit 49,4 procent.