Conferentie over HC: Lutherse wijnstok, gereformeerde ranken
LEUVEN. Een lutherse wijnstok met gereformeerde ranken. Zo typeert prof. Lyle D. Bierma de Heidelbergse Catechismus (HC) in de openingslezing van een internationaal congres in Leuven over de HC in oecumenisch perspectief.
Het congres, dat donderdag en vrijdag in de Belgische stad plaatsvond, was georganiseerd door de Evangelische Theologische Faculteit (EFT) samen met de Katholieke Universiteit Leuven en de faculteit voor protestantse godgeleerdheid in Brussel.
Volgens Bierma, hoogleraar in Grand Rapids, is de Heidelberger niet oecumenisch in de moderne zin van het woord, omdat het bepaalde verschillen juist accentueert. De typering van de paapse mis als ”vervloekte afgoderij” is een directe reactie op de vervloekingen van Trente. Het antwoord spreekt niet over de officiële leer van Rome, maar over afgodische trekken van de liturgische praktijk van de mis.
De HC is een poging om de accolade om de protestanten zo breed mogelijk te slaan door extreme posities van de felle lutheranen en de dopersen af te wijzen en de gematigde visies van de lutherse Melanchthon en de gereformeerde Bullinger bijeen te brengen. Er zijn specifiek gereformeerde elementen, maar die zijn geënt op een lutherse stam: ellende, verlossing en dankbaarheid.
Identiteit
Prof. Willem J. van Asselt, gasthoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit, plaatst de catechismus in de politieke en sociale context. In heel Europa is sprake van confessionalisering. De overheden gebruiken de religie om de identiteit van het volk te versterken. De overgang van het lutherse naar het gereformeerde protestantisme in Duitsland is een ”Tweede Reformatie’.
De HC is ingebed in de nieuwe kerkorde in de Palts, waarin ook liturgische formulieren en andere richtlijnen staan. De invoering van de catechismus dient eenheid te brengen in de geloofsleer en in de liturgische praktijk. Een voorbeeld daarvan is de breking van het avondmaalsbrood. Rooms-katholieken en lutheranen heffen de hostie op tijdens de wijding. Dat riekt volgens de gereformeerden naar afgoderij. Daarom vinden zij dat de predikant gewoon brood moet gebruiken en dat moet breken. Lutheranen zien daar heiligschennis in, omdat zij geloven dat Christus werkelijk in het brood aanwezig is. Dat mag je niet zomaar breken, laat staan erop kauwen. De hostie moet smelten op de tong; dat is veel eerbiediger.
Het paradigma van de confessionalisering is volgens prof. Van Asselt eenzijdig, omdat het te weinig rekening houdt met het levende geloof van gewone mensen. Maar de HC dient wel degelijk ook een politiek doel. Frederik III heet weliswaar de Vrome, maar hij leidt geen ingetogen leven en heeft geen verstand van theologie. De keurvorst laat zich vooral leiden door zijn politieke adviseurs, zoals de jurist Thomas Erastus.
Opvallend mild
Prof. Andreas J. Beck, decaan van de ETF, bespreekt het commentaar van Gisbertus Voetius op de Heidelbergse Catechismus. De Utrechtse hoogleraar vindt het catechiseren van de kinderen uit het weeshuis zo belangrijk, dat hij tot hun verbazing buitenlandse gasten laat wachten tot hij klaar is.
Voetius’ verklaring is gegroeid uit de praktijk van zijn lessen en preken in Heusden en Utrecht. Voetius onderscheidt bij zijn uitleg vier niveaus, van kleine kinderen tot ver gevorderden, en geeft zo blijk van pedagogisch en psychologisch inzicht. Hij is opvallend mild over lutheranen, anglicanen en oosters-orthodoxen, die ondanks hun dwalingen ware kerken vormen. Ware christenen zijn er ook in de Rooms-Katholieke Kerk, al is Rome niet katholiek. De gereformeerden zijn dat juist wel en daarom moeten zij zich geen ”calvinisten” noemen.
Bon Seung Koo uit Zuid-Korea, promovendus aan de Theologische Universiteit Kampen, spreekt over de visie van Simon Oomius (1630-1706) op de catechisatie. Oomius werkt de visie van de synode van Dordrecht uit als hij uitvoerig ingaat op de catechisatie thuis, op school en in de kerk. Het is opmerkelijk dat de predikant de kerk vergelijkt met de synagoge, die ook als een leerhuis functioneerde.