Buitenlands beleid onder Poetin III
Het waren roerige weken voor het Russische buitenlandbeleid. Moskou zag Cyprus toch nog ‘weggekaapt’ worden door de EU, terwijl er mooie kansen lagen voor Gazprom (gasexploratie) en de Russische marine (havenfaciliteiten). Poetin gaf vanuit het vliegtuig na een topontmoeting van Bricslanden in Zuid-Afrika bevel om zijn Zwarte Zeevloot uit te laten varen. Rusland moest weer eens zijn militaire macht demonstreren aan de wereld. En Rusland en China blijven Assad steunen, terwijl de hele wereld toekijkt hoe deze Syrische president zijn bevolking afslacht.
President Vladimir Poetin is sinds mei 2012 met zijn derde termijn bezig. Bij aanvang daarvan gaf hij al een decreet uit over zijn buitenlands beleid. In februari is dat opgevolgd met een volwaardig document voor het buitenlandbeleid. Hoe verhouden de eerder genoemde voorbeelden van Russische internationale politiek zich met dit beleidsstuk? En hebben wij ook ‘last’ van het Russische buitenlandbeleid?
Uitgangspunt is voor Moskou dat zijn verantwoordelijkheid voor het opstellen van de internationale agenda en voor het vormgeven van de internationale relaties is toegenomen. Rusland ziet zichzelf als een van de invloedrijke grote mogendheden. Dat kan dan tot uiting komen in militair machtsvertoon –denk aan de Russische bommenwerpers die regelmatig nabij de Nederlandse kust vliegen– en in veto’s in de VN om sancties tegen Syrië tegen te houden.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat het beleidsstuk vermeldt dat de (veto)status van de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad onaangetast moet blijven. Een punt dat steevast terugkeert in Russische beleidsdocumenten is de bescherming van Russische burgers in het buitenland. De oorlog tegen Georgië van augustus 2008 was –met Zuid-Ossetiërs die Russische paspoorten hebben– mede daarop gebaseerd.
Een ander terugkerend punt is het verzet tegen het westerse raketschild. Moskous politieke aanzien is mede op kernwapens gebaseerd. Een dergelijke afweer tegen kernraketten, hoewel gericht op Iran, doet afbreuk aan dat imago.
Een opvallend actueel punt is de neergang van het Westen als gevolg van de financiële crisis. Terecht constateert Moskou dat het mondiale politieke en economische zwaartepunt zich verlegt van Europa naar Zuidoost-Azië. Ik heb er in deze rubriek al vaker op gewezen dat niet alleen de Russen maar ook de Amerikanen daarom thans minder geïnteresseerd zijn in Europa. Maar de krasse taal in dit Russische stuk, dat stelt dat de westerse dominantie over mondiale economie en politiek vermindert, maar dat westerse landen krampachtig vasthouden aan hun macht, is toch wat overdreven.
Bijzonder wat het binnenlands beleid betreft, is dat dit stuk de Russisch-Orthodoxe Kerk expliciet als enige denominatie noemt (de andere worden niet met name aangeduid) waarmee de Russische staat samenwerkt ter versterking van de veiligheid.
Het beleidsdocument laat een duidelijke voorkeur van Moskou zien voor nieuwe verbanden van invloedrijke landen in de internationale arena: Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika (Brics), de G8 (grootste westerse economieën en Rusland), de G20, de Shanghai Cooperation Organization (Rusland, China en Centraal-Azië) en RIC (Rusland, India, China). Op organisaties met veel leden en dus minder zeggenschap voor Moskou, zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), is Poetin kennelijk uitgekeken. Voorts valt op bij deze opsomming dat de voorkeur nu inderdaad naar Zuidoost-Azië uitgaat.
Een ander nieuw fenomeen is de oprichting van een Euraziatische Unie, met als voorbeeld en concurrent de EU. Uiteraard onder Russische leiding en met leden zoals Wit-Rusland, Kazachstan en andere Centraal-Aziatische staten, moet deze club ten dele de oude Sovjet-Unie in ere herstellen. Spelbreker is vooralsnog Oekraïne, wiens lidmaatschap van wezenlijk belang is om deze unie te laten slagen. Kiev wil echter liever met de EU in zee gaan, dus doet Moskou er alles aan –u raadt het al, met energiespelletjes– om dit te voorkomen.
Behalve Zuidoost-Azië vormt de Arctische regio ook een zwaartepunt voor het Russische beleid. Hier zit veel olie en gas, maar met niet-vastgelegde grenzen en tegenspelers als de VS en Canada, is dit ook een potentiële conflicthaard.
Opvallend is dat het stuk slechts vier Europese landen noemt waarmee Moskou de al goede bilaterale relaties wil versterken: Duitsland, Frankrijk, Italië en ook Nederland. Het belang van Nederland voor Rusland werd duidelijk tijdens het recente bezoek van president Poetin aan ons land. Rond de culturele hoogstandjes ging het daadwerkelijk om de handelscontacten: Gazprom tekende een overeenkomst met Gasunie (voor een Russische gaspijpleiding naar Engeland: Nord Stream) en Shell gaat Gazprom ondersteunen bij gasexploratie in het Arctisch gebied.
Ik treed in herhaling, maar toch nog maar een keer: Nord Stream botst met alternatieve EU-pijpleidingen om Rusland te omzeilen, en in de Arctische regio stuit Shell mogelijk op andere westerse mogendheden als die grenzen betwisten. Daarom nogmaals mijn pleidooi om energiedeals met Rusland toch vooral als EU gezamenlijk te voeren. De Russen zijn meesters in de strategie van verdeel en heers. Daarom: let op uw zaak!
De auteur is publicist internationale veiligheid en is als Ruslandkundige verbonden aan het Instituut Clingendael en de Rijksuniversiteit Groningen.