VN ontstemd dat Syrië onderzoek naar chemische aanval blokkeert
NEW YORK. De Verenigde Naties beginnen zich boos te maken op de Syrische regering. Deze heeft een team VN-deskundigen nog steeds geen toestemming gegeven om onderzoek te doen naar een mogelijke chemische aanval door rebellen in Syrië.
Dat zei VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon woensdag op een persconferentie.
De Syrische regering wil dat het onderzoek zich beperkt tot een incident in maart in het dorp Khan al-Assal, in de buurt van de stad Aleppo. De rebellen beweren dat de regering achter deze aanval zit. Groot-Brittannië en Frankrijk willen een uitgebreider onderzoek. Niet alleen moet de aanval in Khan al-Assal worden onderzocht, maar ook een aanval in de stad Homs van 23 december.
Het VN-team wacht intussen in Cyprus op toestemming.
De Syrische president Assad heeft woensdag opnieuw uitgehaald naar het Westen, dat volgens hem de terreurorganisatie al-Qaida steunt. „Net zoals het Westen in het begin al-Qaida in Afghanistan financierde en later een zware tol betaalde, steunt het Westen vandaag de dag al-Qaida in Syrië, Libië en elders, en zal het de prijs later in het hart van Europa en de VS betalen”, aldus Assad in een tv-interview. De Syrische president kwam niet met bewijzen.
Een raketaanval van het Syrische regeringsleger in een dorp in de buurt van Homs heeft woensdag aan zeker twaalf mensen het leven gekost, aldus het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.
Volgens de Verenigde Naties staan er meer 1,35 miljoen vluchtelingen uit Syrië geregistreerd. Elke dag ontvluchten gemiddeld 8000 Syriërs de burgeroorlog en het geweld.
Begin maart lag het aantal vluchtelingen nog op 350.000, en een jaar geleden op 33.000.
Het totaalaantal ontheemden ligt volgens Panos Moumtzis van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR nog veel hoger, namelijk op 5 miljoen. Hierbij zijn ook de mensen begrepen die in Syrië zelf op de vlucht zijn.
Moumtzis noemde het lot van de vluchtelingen „dramatisch.” Velen trekken naar Griekenland.