Droom
Badend in het zweet schrik ik wakker. Op de rand van mijn bed kom ik tot mezelf. Verlost van een nachtmerrie die me een blik gaf in de toekomst. Verward, gealarmeerd en diep bezorgd staar ik in het donker. Duizend dingen die gisteren nog belangrijk waren, zijn nu opgeefbaar. Als in een flits realiseer ik me nu scherp wat ertoe doet.
In gedachten zwerf ik terug naar mijn droom. Daar staat hij, die kleine kleuter uit mijn gemeente, als oude man. Eenzaam kromt zijn gebogen gestalte zich in de beklaagdenbank. Geboeid, met beide handen op de rug. Achter hem een zwijgende massa mensen met gefronste gezichten. Voor hem een rechter, in paarse toga.
De oude man buigt het hoofd terwijl de rechter zijn misdaden breed uitmeet en op misdaadwaarde schat. Als geestelijk leider discrimineert de oude man homo’s. Hij verbiedt hun te trouwen en staat hun geen adoptie toe. Dit is slechts een topje van de ijsberg. Hij traumatiseert namelijk honderden pubers door hen te indoctrineren met religieuze mythen. Deze afschrikwekkende denkbeelden over hel en hemel zijn huiveringwekkend. Daarbij maakt hij zich schuldig aan het publiekelijk ageren tegen verplichte onderwijsprogramma’s over het ontstaan van de aarde en seksuele diversiteit. Ook zet hij zijn volgelingen aan tot het vermijden van embryocontroles tijdens de zwangerschap. Zijn overtuiging dat onvolmaakte embryo’s niet verwijderd mogen worden, getuigt van een zieke geest.
Ten slotte verkondigt de oude man een allesomvattend en beslissend Godsbeeld, waardoor zijn gemeenteleden ernstig worden beschadigd in hun psychische gesteldheid. Kortom, huiveringwekkend intolerant. Gezien de ernst van de denkbeelden moet hij gezien worden als een gevaar voor de mensheid. Definitieve afzondering buiten de samenleving is onvermijdelijk. Na het uitspreken van deze woorden recht de oude man zijn gebogen rug. Liefdevol kijkt hij de rechter aan, met een traan in beide ooghoeken. „U kunt mij de mond snoeren, rechter. Maar mijn Meester niet!” Geboeid leidt men hem weg.
Terwijl ik in het donker staar, realiseer ik me waartoe deze droom mij wakker schudt. Neem vandaag die kleine kleuter bij de hand. Maak tijd voor zijn 1000 vragen. Dompel hem biddend onder in liefde en in het Woord. Investeer maximaal in zijn scholing, vorming en jeugd. Draag geen as over, maar vuur. Voor onderling dagdromen, gekonkel en geharrewar is geen tijd meer. Het rumoer zwelt aan, terwijl wij slapen. Of moet ik concluderen dat we zelf nauwelijks geloven wat we belijden? Wanneer dat het geval is, slaap dan rustig voort.
