De NRC, ontstaan uit het zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten, heeft te kampen met een herleving van het heidendom. Een onderdeel daarvan is dat veel leden een tweede vrouw trouwen.

De synode, die van vrijdag tot maandag vergaderde, was de vierde in het bestaan van de NRC. Het kerkverband heeft een correspondentieband met de Gereformeerde Gemeenten. Die werden op de synode vertegenwoordigd door de ouderlingen G. Nieuwenhuis en H. J. Agteresch. Volgend jaar is het veertig jaar geleden dat evangelist J. Commelin voor het eerst het Evangelie bracht in het Izigebied, waar de NRC is ontstaan.

Sinds de instituering op 15 april 1988 is het aantal classes gegroeid van één naar vier, de gemeenten van vier naar achttien en zijn er dertien predikanten (was twee). Inmiddels wordt op meer dan honderd plaatsen gepreekt. Ook in Lagos is een geïnstitueerde gemeente ontstaan.

In de bidstond voorafgaand aan de synode preekte ds. J. Nwibo vanuit Mattheüs 16:13-20. Hij stelde centraal dat de Heere zorgt voor de bouw van Zijn Kerk op het fundament Jezus Christus. Bij de opening van de eerste dag benadrukte ds. J. Ebeke vanuit Filippenzen 2:1-11 de liefde die de eerste christengemeenten kenmerkte. Hij wees ook op de noodzaak om het Evangelie te verspreiden.

De verkiezing van het moderamen werd omlijst door een discussie over de wenselijkheid om belangenverstrengeling te voor­komen. Verschillende predikanten stelden zich daarom niet verkiesbaar als preses. Na twee stemmingen werd ds. J. Ebeke opnieuw gekozen als preses.

De synode sprak ook over de positie van pastors (voorgangers zonder bevoegdheid sacramenten te bedienen) die wel beroepbaar zijn gesteld maar geen beroep krijgen. Vanuit Nederland is opgemerkt dat een roeping door en een bevestiging in een gemeente behoren bij het wettig predikant zijn.

Enkele getrouwde vrouwen verschenen ter vergadering met de vraag te mogen scheiden van hun man die met een andere vrouw leeft of hen verbiedt naar de kerk te gaan. De toestemming van de kerk wordt door­gegeven aan de plaatselijke overheid. Indien de kerk instemt met een echtscheiding kan de man de bruidsschat niet terugeisen.

Ook de financiële situatie van de kerk was voorwerp van uitgebreide bespreking. De plaatselijke gemeenten betalen leningen nauwelijks terug, waardoor er grote tekorten dreigen. De voedselprijzen lopen op, er zijn overstromingen geweest, er worden dure rechtszaken gevoerd, minder studenten studeren aan de theologische opleiding dan verwacht en donoren trekken zich terug.