Weblog HVC in Nepal: Arjan geblesseerd, team door naar Jaira
JAIRA – Onderweg naar Jaira is Arjan, de cameraman, geblesseerd geraakt aan zijn knie. Hierdoor kon hij niet verder mee met de tocht. Na twee dagen gerust te hebben, is hij teruggegaan naar Simikot, waar hij vandaag is aangekomen. Het team is verder gegaan naar Jaira. Vanuit Simikot doet Arjan verslag over de tocht.
„Met bijna 30 personen vertrokken we zaterdag uit Simikot. We trokken veel bekijks. Armoedig geklede kinderen renden ons een stuk achterna. Simikot ligt bovenop een berg, op ongeveer 3000 meter hoogte, en we moesten afdalen naar de rivier. De weg bestaat uit rul zand en losliggende stenen, bij elke stap gleden je voeten weg. Menigeen ging bij de daling onderuit. Als je niet snel vastgegrepen werd, was de kans groot dat je minimaal 100 meter naar beneden zou storten. Ik droeg stevige bergschoenen, maar de meeste dragers liepen op oude slippers… En toch leek het dat zij het een stuk makkelijker hadden.
Bij de daling kwamen we af en toe vrouwen, kinderen of een ezel tegen, beladen met hout. Kinderen van 7 à 8 jaar droegen soms bossen van bijna 10 kilo. Na ongeveer drie uur dalen waren we onderaan de berg, bij de rivier. Hier verzamelde de groep weer en werden de flessen gevuld met water uit. Daarna begon, volgens de Nepalezen, het gemakkelijkste deel van de tocht naar Jaira. De weg werd door hen ‘vlak’ genoemd. Wat ook wel klopt wanneer je het gemiddelde van 400 meter continu stijgen en 400 meter continu dalen neemt. Alle teamleden die meegingen, waren geoefende lopers. Behalve de twee meisjes, Annia en Miriam, die we bij hun moeder en zusjes brachten. Ze hielden de tocht goed vol.
Na negen uur gelopen te hebben, maakte ik een misstap. Mijn knie knikte naar buiten en gelijk voelde ik een stekende pijn. Lopen lukte niet meer. De arts die achteraan liep, spoot zalf op mijn knie en legde een verband. Het dichtstbijzijnde huis was twee uur verderop en het begon al donker te worden. Gesteund worden kon niet, omdat er maar ruimte was voor één persoon op het pad. Met een flinke pijnstiller en een slok water klommen en daalden we totdat we het huis gevonden hadden. Daar was de rest van het team volgens planning ook gestopt. Hier maakten we de beslissing dat ik hier zou blijven en dat de rest van het team verder zou gaan naar Jaira.
De volgende ochtend vertrok de groep rond 6.15 uur. Voor hen stond nu het zwaarste deel van de tocht te wachten.
Ik lag op de zolder van het huis, naast wat gereedschap van de gastheer. Er was werkelijk helemaal niks, geen elektriciteit, geen verwarming, geen water. Gelukkig had ik een rolmatrasje bij me en een goede slaapzak. De deur kon niet dicht, die waaide open bij elk zuchtje wind. Later die ochtend probeerde ik wat stappen te zetten onder toeziend oog van het hele gezin, die niet of nog bijna nooit een blanke hadden gezien. Verder heb ik die dag veel geslapen.
De dag erna ging het met mijn knie aanzienlijk beter. Omdat ik de volgende dag terug wilde gaan lopen naar Simikot, ‘trainde’ ik die dag veel. De ene keer ging het beter dan de andere keer. De gastheer en de gastvrouw gingen steeds trouw mee en tussendoor boenden ze het huis alsof ik de koning zelf was. De huisvrouw deed dat door uitwerpselen uit het gat in de grond te scheppen, dit gat was ongeveer 50 meter bij het huis vandaan, dit goed te kneden, een doek erin te dopen en het langs de muren te smeren. De huizen waren van klei, dus dat zou vast goed geweest zijn.
Sabitra, de zus van evangelist Philip die ook achtergebleven was om voor mij te zorgen, probeerde de bewoners van het huis het Evangelie te vertellen wanneer daar de gelegenheid voor was. De gastheer vroeg haar wat hij moest doen om de Heere Jezus te volgen. Omdat zijn hele familie hindoe is, durfde hij niet openlijk voor zijn belangstelling voor het christendom uit te komen.”
Bijzonder dat ook op deze manier mensen in aanraking met het Evangelie mogen komen. De volgende dag is Arjan met Sabitra teruggelopen naar Simikot en daar veilig aangekomen. De rest van het team moet intussen in Jaira, de eindbestemming, aangekomen zijn, waar we morgen meer van hopen te horen.
Abwin Luteijn is bestuurslid van stichting Hulp Vervolgde Christenen. Arjan van der Zouwen is cameraman voor Reformed Christian Media. Met een team zetten ze een kerkplanting op in Nepal. Luteijn en Van der Zouwen doen daarvan verslag.