Kerk & religie

Vijftigste keer Leicesterconferentie

Voor de vijftigste keer komen deze week voorgangers en christelijke werkers uit Engeland en enkele landen daarbuiten bijeen in Leicester voor de jaarlijkse ”Ministers’ Conference”.

Klaas van der Zwaag
16 April 2013 14:29Gewijzigd op 15 November 2020 03:05
Beeld RD
Beeld RD

Een plaats waar volgens John Rowland, directeur van uitgeverij The Banner of Truth in Edinburgh, die de conferentie organiseert, bijgetankt wordt door voorgangers die vaak op eenzame en moeilijke posten verkeren. „Ze lopen vaak tegen dezelfde problemen aan en doen inspiratie op voor de manier waarop zij de prediking gestalte kunnen geven in hun gemeente.”

De oorsprong van de Leicesterconferentie lag in het begin van de jaren zestig. De Amerikaanse predikant ds. J. Marcellus Kik, voorganger in de Reformed Church in America en een van de eerste uitgevers van Christianity Today, bezocht in 1961 het Verenigd Koninkrijk. Hij ervoer daar de behoefte aan een herleving van de ware prediking. Om aan die behoefte te kunnen voldoen, zou er een hechtere band moeten zijn tussen predikanten en zendelingen die deze visie deelden.

Ds. Iain H. Murray, een van de mannen van het eerste uur en directeur-uitgever van The Banner of Truth, herkende zich in het voorstel van ds. Kik om een conferentie te organiseren. Ds. Kik zou prof. John Murray in Philadelphia (VS) vragen, terwijl ds. Murray ds. W. J. Grier in Belfast zou benaderen. De derde persoon die bij de eerste conferentie betrokken was, was Jack Cullum, medeoprichter van The Banner. Hij was geen predikant, maar toonde zich enthousiast over het plan en zorgde ervoor dat de stad Leicester, boven Londen, de plaats van bijeenkomst werd.

Een van zijn vrienden was ds. Sidney Lawrence, een voormalige methodistische predikant, die op dat moment de eerste voorganger was van een nieuwe gemeente in Leicester. Lawrence stuitte op een aantrekkelijk gebouw van de universiteit van Leicester in Knighton, genoemd College Hall. Het was volgens Murray inderdaad prima geschikt en zo vond daar in juli 1962 de eerste conferentie plaats, tegen een bedrag van 3 Engelse pond per deelnemer voor drie dagen.

Tijdens de eerste bijeenkomst waren er ongeveer veertig mannen aanwezig. Tegen het eind van de jaren zestig was dat aantal gegroeid tot 120. In 1974 stond de teller op ongeveer 260, in 1980 ging die zelfs richting de 280, met daarna conferenties waarop het aantal deelnemers nog hoger lag.

Het oorspronkelijke onderkomen, College Hall, werd te klein, en sinds 1986 wordt de conferentie gehouden in de gebouwen Villier en Gilbert Murray.

Sprekers

Op de eerste conferentie spraken prof. John Murray, W. J. (Jim) Grier en Kenneth MacRae uit Stornoway. MacRae was 75 toen hij het woord voerde en toonde zich erg enthousiast over het verloop van de bijeenkomst. Grier en Murray hadden elkaar leren kennen tijdens hun studie op Princeton Seminary in Amerika in de jaren twintig.

In een verslag van de conferentie van 1967 schreef dr. D. W. Mowbray dat zijn aandacht direct werd getrokken door het grote aantal jonge aanwezigen. Naar schatting was de helft van de deelnemers jonger dan 35 jaar. Reden voor de organisatoren om als vast agenda­punt na de lunch een partijtje voetbal te organiseren voor de liefhebbers. Iain Murray: „Het waren heftige wedstrijden. In latere jaren, toen sommigen te oud werden om te spelen, bleven zij aan de zijlijn aanmoedigen en adviezen roepen.” Overigens niet tot blijdschap van de universiteit, die haar mooie ‘achtertuin’ niet beschikbaar wilde stellen voor het spelen van voetbalwedstrijden.

Een van de doelen van de eerste conferentie was om mensen bij elkaar te brengen die dezelfde visie en verlangens deelden, maar die elkaar nog niet kenden. De eerste conferentie van 1962 werd aangekondigd als „een conferentie over prediking.” De tweede heette „de conferentie van Leicester”, en pas de vierde vergadering werd Leicester Ministers’ Conference genoemd.

Hoewel de conferentie gesponsord werd door The Banner of Truth, werd deze naam niet vermeld, om niet de indruk te geven dat er een expliciete organisatie achter zat. Zo was dr. Martyn Lloyd-Jones eerst terughoudend om zijn naam aan de conferentie te verbinden. Hij deelde het verlangen naar een herleving van de prediking van de puriteinen, maar was bang dat ‘Leicester’ alleen calvinistische mensen bij elkaar zou brengen, waardoor de bredere evangelische eenheid waarvoor de Britse theoloog streed, moeilijker te verwezenlijken zou zijn.

Lloyd-Jones bezocht Leicester in 1965, maar juist deze conferentie verliep teleurstellend vanwege de heftige discussies over de manier waarop moest worden omgegaan met kerken die afweken van de gereformeerde leer. Het gevolg was dat er in 1966 geen conferentie werd gehouden, reden waarom de teller pas dit jaar op vijftig staat.

Leicester pakte in 1967 de draad weer op, met het besluit om geen kerkelijke kwesties in het Verenigd Koninkrijk meer aan de orde te stellen. Het accent lag op toerusting in het persoonlijk leven en het werk van de prediker en pastor. De theologische opvattingen van de bezoekers waren breed: presbyteriaans, gereformeerd, baptist en onafhankelijk (”independent”). Zo is de (kinder)doop nooit een discussiepunt op de conferentie geweest en was ds. Al Martin van de Reformed Baptists in Amerika een geliefd spreker.

Leicester staat voor ontmoetingen waarin de deelnemers elkaar vinden in de Bijbelse Evangelie­prediking zoals die met name is gestempeld door het puritanisme, de opwekkingsbeweging op Engelse bodem. De sfeer op de conferentie is ontspannen, er wordt veel gelachen, mede door de Engelse humor met zijn understatements. De middagen zijn bestemd voor onderlinge ontmoeting of presentaties van delegaties uit de verschillende landen. Voor velen vormt de bijeenkomst ook een gelegenheid om (forse) boek­aankopen te doen van puriteinse werken die door The Banner met conferentiekorting worden aangeboden.

Volgende week worden er tussen de 200 en de 230 deelnemers verwacht. Directeur John Rowland van de Banner of Truth zegt dat de conferentie niet in het teken staat van de herdenking van vijftig jaar Leicester. „De bijeenkomst zal zich zoals in het verleden richten op onderlinge steun van voorgangers in vaak moeilijke omstandigheden. De deelnemers hebben in het verleden tijdens de bijeenkomsten gemerkt dat hun collega’s in dezelfde situatie verkeren, waardoor ze elkaars problemen herkennen. Ze doen inspiratie op voor de manier waarop ze gestalte kunnen geven aan de prediking. De formule is elk jaar hetzelfde, maar boet niet in aan kracht en actualiteit. Het gezamenlijk zingen, het beluisteren van een Bijbelse prediking en de onderlinge ontmoetingen maken de conferentie voor de aanwezigen tot een onvergetelijke belevenis.”

Dit is het eerste artikel in een serie over vijftig jaar Leicesterconferentie. Vanaf dinsdag wordt er verslag gedaan van deze bijeenkomst.


De Leicesterconferentie is bekend terrein voor Neder­landers. Ze waren en zijn doorgaans afkomstig uit de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk, nu de Protestantse Kerk in Nederland, de Christelijke Gereformeerde Kerken en, een enkeling, uit de Gereformeerde Gemeenten. Ook theologische studenten waren regelmatig van de partij. Vooral sinds het eind van de jaren zeventig groeide het aantal Nederlandse deelnemers, die opvielen door hun donkere ambtskleding. Toen na verloop van tijd de kleur donkerder werd, werden ze in de wandelgangen ”black people”, of ”dark Dutch” genoemd. Onder Engelse voor­gangers werd het dragen van donkere ambtskleding juist minder gebruikelijk.

Een van de eerste Nederlandse predikanten die ‘Leicester’ bezochten, was de hervormde predikant ds. J. van Oostende. Hij kwam er in 1976 voor het eerst. Het was ds. G. A. Zijderveld, destijds predikant van de gereformeerde gemeente te Middel­burg, die hem op bestuursvergaderingen van het Smytegeltfonds overhaalde om mee te gaan. „Ds. Zijderveld was een van de eerste Nederlandse predikanten die Leicester bezochten, en via hem kwam ik op het spoor van Leicester. Met hem heb ik in 1976 de conferentie bezocht, we waren toen de enige twee Nederlanders. Ik was zo enthousiast dat ik het jaar daarop in Nederland ging werven. Het eerste jaar kreeg ik een auto vol, het volgende jaar een tweede, het jaar daarop een derde. Later is het aantal Nederlandse deelnemers uitgegroeid tot twaalf à vijftien. Wat mij in Leicester aansprak, was het evangelisch-reformatorische geluid dat ik in de prediking en bij de deelnemers tegenkwam.”

Er werden contacten gelegd die blijvend waren, ook met deelnemers van buiten het Verenigd Koninkrijk. Zo ontmoette ds. K. Veldman in 1985 de van oorsprong Montenegrijnse ds. Simo Ralevic, die predikant was in het toenmalige Joegoslavië. Hij verkeerde in moeilijke omstandigheden en zocht financiële hulp voor zijn kleine baptistengemeente en voor het lectuurwerk dat hij sinds 1969 op de Balkan deed. De ontmoeting leidde tot de oprichting van de Stichting Macedonië, nu Stichting Balkanzending.

Ds. Ralevic was goedlachs en humorvol, ondanks de moeilijke omstandigheden in zijn land. Hij zei in een toespraak in de jaren negentig, toen hij zich op de Leicesterconferentie presenteerde: „I came laughing, I keep laughing and I will leave laughing.” Waarop opnieuw het gelach losbarstte.

Het effect van Leicester was dermate positief dat in Nederland de Haamstedeconferentie werd georganiseerd. Ook daar ligt het accent op toerusting in de Bijbelse, gereformeerde leer en op onderlinge ontmoeting, waarbij kerkgevoelige discussies vermeden worden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer