Blair erkende dat Trimble met zijn uitspraak een nieuw obstakel voor het vredesoverleg heeft opgeworpen. Hij zei dat er dinsdagavond geen akkoord tussen protestantse en katholieke leiders over de voortzetting van het vredesproces zou worden gesloten.

Trimble reageerde eerder op de dag op een verklaring van de voorzitter van de onafhakelijke ontwapeningscommissie voor Noord-Ierland, de Canadese generaal John de Chastelain. De generaal zei dat de IRA dinsdag opnieuw afstand heeft gedaan van wapens en dat het om een „aanzienlijk grotere voorraad gaat” dan bij twee eerdere ontwapeningsronden van de groepering. Hij meldde dat de IRA op een geheime plaats automatische wapens, explosieven en ander wapentuig had afgestaan. Details mocht De Chastelain van de IRA niet bekendmaken. De Chastelain liet zich niet uit over het aantal buiten werking gestelde wapens.

Enkele uren voor de toespraak had de IRA al aangekondigd een verdrag te ondertekenen dat voorziet in een gedeeltelijke ontwapening. Het doel ervan was de weg te effenen naar herstel van gedeelde protestant-katholieke macht in Noord-Ierland.

In de verklaring liet de groepering zich in positieve bewoordingen uit over een toespraak die voorzitter Gerry Adams van Sinn Fein, de politieke vleugel van de IRA, kort daarvoor had gehouden. Adams zei dat zijn partij „tegen het gebruik van of dreigen met geweld voor politieke doeleinden is.”

De handreikingen van IRA en Sinn Fein waren voor Trimble onvoldoende om de vredesonderhandelingen te hervatten. De voormalige Noord-Ierse premier repte van een „gebrek aan transparantie” in de wijze waarop de IRA wil ontwapenen. Hij wees erop dat de groepering zich ook eerder niet aan afspraken heeft gehouden. Trimble wil exact weten hoeveel en wat voor wapens de IRA had ingeleverd. Hij herhaalde verder zijn oude eis dat de IRA hardere toezeggingen doet over volledige ontwapening op lange termijn. Trimble zei dat zijn partij, de Ulster Unionists (UUP), weigert mee te werken aan het herstel van het Noord-Ierse zelfbestuur zolang de IRA niet aan zijn eisen tegemoetkomt.

Blair reageerde teleurgesteld op de woorden van de leider van de protestantse UUP. De premier erkende dat het vredesproces in Noord-Ierland „meer tijd” zal vergen. Hij sprak de hoop uit dat de partijen de komende dagen alsnog een akkoord bereiken over het hervatten van het vredesproces.

Blair stelde dat de tegenslag voor zijn regering geen aanleiding vormt de dinsdagmorgen aangekondigde verkiezingen voor de regionale Assemblee van Noord-Ierland te schrappen. De Noord-Ieren zouden afgelopen mei naar de stembus gaan, maar dat werd uitgesteld omdat de Britten de IRA verweten te vaag te zijn over de bereidheid om te ontwapenen.

Katholieke en protestantse leiders in Noord-Ierland leken de afgelopen dagen overeenstemming te hebben bereikt over de wijze waarop een autonome regering kan worden gevormd en het vredesproces nieuw leven kan worden ingeblazen. Londen achtte daarom de tijd rijp om nieuwe verkiezingen aan te kondigen.