Maduro: van buschauffeur tot president
RIJSWIJK (ANP) – In de Verenigde Staten bestaat de Amerikaanse droom: dat je van krantenjongen kunt uitgroeien tot miljonair. In Venezuela is zondag een Venezolaanse variant werkelijkheid geworden: de voormalig buschauffeur Nicolás Maduro (50) werd gekozen tot president. Zij het nipt. Hij kreeg 50,76 procent van de stemmen, terwijl zijn rivaal Henrique Capriles 49,07 procent kreeg.
Maduro was een protegé van de in maart overleden Venezolaanse president Hugo Chávez. Hij was onder de populaire Chavéz sinds 2012 al vice-president van het land. Toen Chavéz op zijn ziekbed lag, had hij Maduro al aangewezen als opvolger. Sinds het overlijden van Chavéz was Maduro al interim-president en kreeg als zodanig ook de steun van het leger. De generaals spraken voor de televisie hun steun uit aan Maduro en het parlement.
Maduro is een partijgenoot van de socialist Chávez, die overleed na een jarenlang gevecht met kanker. Maduro wil Venezuela regeren op de manier waarop zijn beschermheer dat dat deed: als vriend van de armen. Maduro heeft zelfs de retoriek van zijn grote voorbeeld gekopieerd. „Wilt u dat een van de ranzige bourgeois wint? Of wilt u een arbeider, een zoon van Chávez, een patriot en een revolutionair?”, is een van zijn teksten.
Tijdens campagnebijeenkomsten liet hij steevast een video afspelen waarin Chávez hem zijn zegen gaf. Geheel in de stijl van Chávez en zijn ‘Bolivariaanse revolutie’ zei Maduro bovendien dit jaar nog het minimumloon van omgerekend 250 euro met 45 procent te verhogen. Maduro beloofde zijn kiezers dat onder hem alles blijft zoals het onder Chávez was. Dit in tegenstelling tot zijn jongere rivaal Henrique Capriles (40) die juist verandering voorstond.
Nicolás Maduro werd 23 november 1962 geboren als zoon van een vakbondsleider en groeide op in een volkswijk van de hoofdstad Caracas. Op school ontpopte hij zich al snel tot leider van een scholierenbeweging. Na zijn schooltijd werkte hij jarenlang als buschauffeur. Zijn politieke carrière begon in 1980 toen hij de buschauffeurs vertegenwoordigde in de vakbond. Lange tijd was hij vakbondsleider, waarna hij in 2000 parlementslid werd en in 2005 ook parlementsvoorzitter. In 2006 werd hij opgenomen in de regering en werd hij minister van Buitenlandse Zaken. Deze functie bekleedde hij tot januari 2013.