Pyscholoog Van Vugt: Echtheid is niet wijs doen, maar wijs zijn
AMERSFOORT – Opvoeders moeten dicht bij jongeren staan, goed kunnen luisteren, identificatiefiguren zijn. Maar ze blijven zondige mensen. Net als jongeren.
Die nuancering bracht Johan van Vugt, psycholoog, mediator en docent aan de Christelijke Hogeschool Ede, vrijdagmiddag aan in het debat tijdens het symposium ”De hunkerende generatie 2.0”. De bijeenkomst in de Amersfoortse Brugkerk, georganiseerd door de Evangelische Hogeschool (EH), gaf een vervolg aan het gelijknamige boekje dat EH-directeur drs. Els van Dijk eind 2011 schreef. Dit keer stond de vraag centraal: Hoe leggen opvoeders verbinding met jongeren?
Van Vugt vertelde dat hij het boekje had besproken met zijn tienerdochters. „Op mijn vraag: Wie zijn jullie identificatiefiguren?, bleef het lang stil. Dat zette mij als vader aan het denken.” Gesprek tussen volwassenen en jongeren veronderstelt wederzijdse belangstelling, stelde Van Vugt. „Als ze zich beiden kwetsbaar durven opstellen en eens iets uit hun leven vertellen, blijkt er ineens geen generatiekloof meer te zijn.” Hij pleitte voor echtheid. „Dat is niet wijs doen, maar wijs zijn.”
Een docent haakte aan bij het pleidooi om thuis en op school verhalen te vertellen die bijdragen aan de vorming van jongeren. „Als ik dat doe, hangen de leerlingen aan m’n lippen.” Een student benadrukte het belang van persoonlijke aandacht op school. „Dan worden de leerresultaten vanzelf beter.” Een predikant vroeg zich af waarom de verbinding tussen „de preek op zondag en wat we de rest van de week doen vaak zo moeilijk is.”
Daar ging ook de lezing van drs. Hanneke Schaap-Jonker, theoloog en psycholoog, over. Een kerk die jongeren serieus neemt, brengt volgens haar „een concreet Evangelie in de taal en de leefwereld van de hunkerende generatie.”
Ze bestreed dat dit „modern gedoe” is. „Woorden uit Efeze 1 over heilig en smetteloos leven staan in schril contrast met de seksuele vunzigheid waar jongeren voortdurend mee worden geconfronteerd. Gods heil wordt pas werkelijk heilzaam als het onze alledaagse werkelijkheid binnenkomt. Abstracte termen in de preek geven geen voedsel aan het hart.”
Jongeren zien Christus in en door Zijn gemeente, stelde Schaap. „Een gemeente die geen oog, oor en mond heeft voor de hunkerende generatie communiceert daarmee dat God Zelf geen boodschap heeft aan hunkerende jongeren.” Schaap riep de aanwezigen op „te stoppen met kerkje spelen en het in stand houden van heilige huisjes. Laten we ons bezinnen op de kern van het Evangelie en het voeren van het gesprek van hart tot hart.”
EH-directeur Van Dijk schetste het moderne levensgevoel en opvoedingsklimaat. „Het verlangen naar een betere wereld waarin vrede en gerechtigheid wonen, is door de informatiemaatschappij dichtgeslibd. Mensen houden zich bezig met de eigen vierkante meter van hun leven.”
De EH-directeur krijgt van jongeren soms te horen dat ze „geen zin hebben om volwassen te worden en dat verantwoordelijkheid nemen niet leuk is.” Ze toonde zich bezorgd over het onderwijs. „Bijna niemand twijfelt meer aan het failliet van de Tweede Fase en het studiehuis.” En: „Het pestprobleem op school los je niet op met een protocol of methode, maar met een gezond geestelijk klimaat.”
Goed onderwijs geven vereist volgens Van Dijk „de kunst van het kijken met de ogen van het hart.” De praktijk is vaak anders, constateerde ze. „Levenswijsheid wordt versmald tot informatie en Google is de helpdesk waar je informatie kunt vinden.” Van Dijk wees op de waarde van de christelijke traditie in de opvoeding van jongeren. „Het kenmerk daarvan is niet het bewaren van de as, maar het doorgeven van het vuur. De christelijke school is, als het goed is, een oefenplaats van liefde.”