Disgenoten
Eens in de maand zit ik met zo’n veertig medelanders te tafelen in een wijkgebouw. Vroeger was het een kerkje, weet ik van een van de disgenoten. Ze heeft het haar oranje geverfd, met een vleugje paars erdoor, en woont al meer dan zestig jaar in de buurt. Waarvoor het kerkje tussendoor diende, kon ze niet vertellen. Nu is het in ieder geval een buurthuis, in het hart van een klassieke arbeiderswijk. Er wordt van alles georganiseerd, van klaverjassen tot bloemschikken.
De kerkelijke gemeente waartoe ik mag behoren, verricht er evangelisatiewerk. Een van de activiteiten is de maandelijkse maaltijd. Een aantal vrouwen bereidt kostelijke gerechten, de mannen fungeren als gastheer en ‘priester’. We openen de maaltijd, lezen uit de Bijbel, spreken een appellerend woord en eindigen met dankgebed. Het Bijbellezen doen we na het hoofdgerecht. Dat voorkomt dat nieuwe gasten direct na het diner afnokken. Willen ze een dessert en koffie, dan ontkomen ze niet aan de Bijbelse boodschap, die staat afgedrukt op het menukaartje.
Inmiddels is er een vaste kern van enkele tientallen bezoekers. Bijna elke maand begroeten we ook nieuwe gasten. Ze informeren rechttoe, rechtaan naar onze motieven. Of we dit vrijwillig doen, van wat voor soort gereformeerd we zijn en of het klopt dat Jehova’s getuigen van het Nieuwe Testament zijn en wij van het Oude. De meesten hebben een leven vol zorg achter de rug of zitten er middenin.
Discussies over een maillot met of zonder voeten, zingen op hele of halve noten en de Statenvertaling met of zonder verouderd Nederlands lijken hier eindeloos ver weg. Op deze plaats vraagt het vertolken van de boodschap van zonde en genade alle aandacht. Dat is nog niet zo eenvoudig bij mensen die zelfs het verschil tussen Adam en Abraham niet weten. En de tijd dringt. Twee disgenoten zijn al overleden: een na een ziekte van enkele dagen, de ander door een acute hartstilstand.
Soms dreig je mismoedig te worden, maar er zijn ook tekenen van hoop. In het begin las vrijwel niemand het Bijbelgedeelte mee, via het menukaartje. Nu bijna iedereen. Sinds een jaar bieden we ook een eenvoudig Bijbelstudie aan. Die wordt door twee stellen gevolgd. Ze hebben een verleden en een forse schuld, maar juist voor dat soort mensen heeft het Evangelie iets te zeggen.
Onlangs vroegen twee nieuwelingen –een ernstig zieke jonge vrouw en een bejaarde dame– om een Bijbel. Dat soort dingen geeft ons moed! We bidden met elkaar dat in ons zaaltje doden de stem van de Zoon van God zullen horen. Opdat we eens ook boven disgenoten zijn, aan het avondmaal van de bruiloft van het Lam.