Echtpaar Hulsman: Woonark een eldorado voor onze kinderen
Toen Kees en Cobie Hulsman in 1978 op een boot in de Vecht gingen wonen, voelden ze zich zo vrij als een vogel. „Dat wáren we ook. We vielen onder de Zigeunerwet. In de jaren tachtig is dat veranderd. Nu vallen we onder het gemeentelijk bestemmingsplan. Dat geeft meer zekerheid. Aan de andere kant: woonboten worden vaak als lastig gezien. Ze liggen in de weg, vervuilen de horizon, worden gedoogd. Behalve als het om de roerendezaakbelasting gaat. Dan word je dubbel aangeslagen, lijkt het wel.”
Het echtpaar Hulsman heeft van huis uit niets met water. Kees, technisch specialist bouwkunde op Schiphol-Oost: „We waren jong, wilden trouwen en konden een woonboot kopen.” Cobie, werkzaam in de zorg: „Later kregen we de kans het huis van mijn ouders over te nemen. We hebben het niet gedaan, maar ervoor gekozen een nieuwe ark te laten bouwen. Mijn man komt uit Loenen, ik uit Vreeland. Onze woonboot ligt precies op de scheiding van die plaatsen.”
De Hulsmannen –hij is 60, zij 57– zijn ruim behuisd. Hun boot, 5 bij 16 meter, is dubbeldeks. Boven een woonkamer, keuken, hal en slaapkamer. Beneden nog eens vier slaapkamers. Kees: „Wij liggen boven, want een kapitein slaapt op de brug.” Cobie: „We hebben hier met drie kinderen gewoond. Het was een eldorado voor ze. Alleen moest onze dochter soms een pilletje nemen tegen het schommelen bij harde wind.”
Nadelen van wonen op het water? Cobie: „We moeten altijd een stuk lopen van de weg naar onze ark. Dat went, maar soms is het lastig. Bijvoorbeeld met de boodschappen. Die vervoeren we in een bolderkar.” Kees: „Ik mis een flinke schuur om te knutselen. Dat doe ik nu op een boerderij in de buurt.”
Handigheid is een pre voor bootbewoners. Kees: „Ik ben timmerman geweest, onder andere bij KLM. Die ervaring komt me nog steeds van pas. Ik knutsel veel. Op dit moment ben ik bezig een tyleenslang om de ark te leggen waar ik in de winter warm water doorheen kan pompen. Dan hoef ik de boot niet met de hand ijsvrij te maken. Als het ijs scheurt, lig je stijf in je bed van het lawaai.”
Langs de woonboot loopt een pad dat als toeristische route geldt. Kees: „Er passeren elke dag wandelaars, maar die schoppen het kwaad niet in de wereld. Ze maken vaak een praatje.” Geregeld stapt het echtpaar in de sloep om te varen op de Vecht, richting Muiden of Utrecht. „Een prachtige route met al die monumentale huizen en theekoepels langs het water.”
Hulsman is actief in de plaatselijke gemeenschap. „Ik ben betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse dodenherdenking in Vreeland. Ook ben ik voorzitter van het christelijk streekkoor Sursum Corda. Wat zeep is voor je handen, is zingen voor je ziel.”
Dit is het vierde artikel in een serie over woonbootbewoners.