Tussen 2002 en 2009 zijn de kosten die banken, winkeliers en DNB moesten maken voor pinbetalingen en contante betalingen met 9 procent gedaald, van 2,6 miljard naar 2,4 miljard euro. Deze besparing scheelt ieder huishouden in Nederland „al snel 50 euro per jaar”, aldus DNB. De belangrijkste oorzaak van de besparing is dat het aantal betalingen met de pinpas is toegenomen. Een pinbetaling kostte in 2009 32 cent, en dat is 7 cent minder dan een betaling met munten en bankbiljetten.

De centrale bank meldde dat volgens „een ruwe benadering van de maatschappelijke kosten in 2012 blijkt dat de dalende trend zich na 2009 heeft voortgezet”.

Behalve de toename van pinbetalingen droeg ook sneller en goedkoper internet bij aan de kostendaling. Daarnaast leidde ook de afname van het aantal bankkantoren en een geleidelijke daling van het totale aantal betalingen tot lagere kosten.

Overigens waren het vooral winkeliers die de grote kostenslag hebben weten te slaan. Goedkopere betaalterminals droegen daaraan bij. De kosten van bancaire activiteiten zijn juist gestegen, meldde DNB. Dat komt voornamelijk doordat de banken verantwoordelijk zijn voor de infrastructuur van het betalingsverkeer. Die wordt maar weinig beïnvloed door het betaalgedrag van consumenten, maar wel door zaken als loonkosten en beveiliging.

Volgens een „scenario-analyse” zouden de maatschappelijke kosten van het betalingsverkeer in 2012 al verder zijn gedaald tot 2,38 miljard euro. Het kostenverschil tussen pin- en cashbetalingen is inmiddels opgelopen tot 14 cent.