Timmermans kapittelt Hamas
DEN HAAG – Het zou best kunnen dat Israël zich tijdens de aanvallen op Gaza in november vorig jaar niet altijd aan het humanitair oorlogsrecht heeft gehouden. Maar Hamas heeft dat zeker niet gedaan.
Dat schrijft minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) met zoveel woorden in een brief die hij woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Op verzoek van de Kamer reageert hij met die brief op een rapport van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. Die stelt dat Israël tijdens de recente gewapende strijd met Hamas en andere Palestijnse gewapende groepen –door Israël operatie ”Pillar of Defense” genoemd– ten minste achttien onrechtmatige luchtaanvallen heeft uitgevoerd. Bij deze aanvallen zouden minstens 43 Palestijnse burgers om het leven zijn gekomen, waaronder 12 kinderen.
Een aantal luchtaanvallen zou in de optiek van Human Rights Watch niet zijn gericht op legitieme militaire doelen. Ook zouden diverse luchtaanvallen hebben geleid tot een buitengewoon groot verlies van mensenlevens en schade aan burgerobjecten, dan wel zijn uitgevoerd met middelen die niet op een bepaald militair doel konden worden gericht. Daarmee zou Israël volgens Human Rights Watch in strijd met het humanitair oorlogsrecht hebben gehandeld.
Timmermans neemt de conclusies uit het rapport „serieus”, schrijft hij. „Betrokken partijen dienen zich te houden aan het humanitair oorlogsrecht.” De bewindsman meent dat Israël en de Palestijnen in eerste instantie zelf onderzoek moeten doen naar mogelijke schendingen van het recht. Israël heeft al aangekondigd dat te gaan doen.
Timmermans wijst de Kamer aan het slot van zijn brief ook nog op de acties van Palestijnse gewapende groepen, met name Hamas. „Zij lanceerden in november 2012 honderden raketten op Israëlische bevolkingscentra. Deze waren dermate onnauwkeurig dat ze niet op een bepaald militair doel gericht konden worden. Aanvallen met dergelijke middelen gelden per definitie als niet-onderscheidende aanvallen en zijn derhalve in strijd met het humanitair oorlogsrecht.”