Columns Hans Werkman zijn prettig leesvoer
„Op tafel lag een uiterst ordelijk stapeltje overdrukken (...). Er lagen ook een paar opengeslagen dichtbundels. Bij deze boekjes schonk hij thee in van die wijde Engelse koppen.” Het is Goede Vrijdag 1966. Hans Werkman is op bezoek bij dr. P. J. Meertens –later bekend geworden als meneer Beerta in de romancyclus ”Het Bureau” van J. J. Voskuil– om zich te verdiepen in diens correspondentie met dichter Willem de Mérode.
Er komt een mapje met brieven tevoorschijn. Maar in plaats van zijn gast de correspondentie zelf in te laten zien, begint Meertens eruit voor te lezen. Werkman heeft geen keus: hij mag luisteren en notities maken. Pas zo’n veertig jaar later leest hij de brieven zelf. Ze hebben dan inmiddels een plek gekregen in de universiteitsbibliotheek in Amsterdam.
”Boekjes bij de thee” is een verzameling van veertig columns die eerder zijn verschenen in het Nederlands Dagblad. Werkman beschrijft hierin diverse ‘ontmoetingen’ die meestal op de een of andere manier met schrijvers en boeken te maken hebben. In Vlaanderen ontdekt hij een eerste druk van ”Dood van een non” van Maria Rosseels en bezoekt hij de school waar ooit Guido Gezelle aan verbonden was, bij ene Toon koopt hij voor een spotprijs een eerste druk van ”Peerke en z’n kameraden” van W. G. van de Hulst en in een Arnhemse boekhandel houdt hij een lezing voor drie mensen en een hond – en gaat toch voldaan naar huis. Werkmans liefde voor proza en poëzie sijpelt ondertussen tussen de regels door – aanstekelijk. Hij schrijft beeldend en met humor. Plezierige kost.
Boekgegevens
”Boekjes bij de thee. Over lezers en schrijvers”, Hans Werkman; uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2013; ISBN 978 90 239 9424 4; 140 blz.; € 14,90.