Een katholieke jongen die het CDA geselt
DEN HAAG – Een rooms-katholieke jongen die komt om het CDA te geselen en uiteindelijk tot de conclusie komt dat een SGP-burgemeester niet mag weigeren sinterklaas te ontvangen.
Het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA presenteerde maandag de nota ”Geloof in de samenleving”. Daarin beantwoordt de partij de vraag welke plaats geloof heeft in de samenleving en hoe de overheid zich daartoe moet verhouden.
Aan de presentatie van de nota was een symposium gekoppeld waarvoor de Tilburgse hoogleraar Paul Frissen was uitgenodigd voor het hoofdreferaat. Deze denker noemde het een teken van moed dat de partij hem als libertair uitnodigde. „Dat verraadt een zekere behoefte aan geseling. Die zal ik als rooms-katholieke jongen graag geven.”
In eerste instantie leek het mee te vallen. Frissen benadrukte dat artikel 1 van de Grondwet, waarin het verbod op onderscheid maken is vastgelegd, alleen een verticale werking heeft en dus alleen is bedoeld voor de relatie tussen overheid en burger. Burgers onderling mogen wel discrimineren, oftewel onderscheid maken. Vrijheid en tolerantie is volgens hem „het verdragen van het ondraaglijke.” Dat kan tot onaangename situaties leiden.
Als voorbeeld van hoe het niet moet, noemde hij het proces tegen de SGP en haar vrouwenstandpunt. Als artikel 1 van de Grondwet onverkort gaat doorwerken in politieke partijen, zou het CDA ook leden moeten toelaten die de ideologie van de partij bestrijden: „Dat is te veel gevraagd.” De belangrijkste waarde in de democratie is volgens Frissen niet de meerderheid, maar de minderheid. Vrijheid bestaat volgens de hoogleraar alleen als burgers recht hebben op „foute of domme opvattingen.”
Deze uitlatingen van Frissen stroken in grote lijnen met de opvattingen van het CDA, zoals neergelegd in de gepresenteerde bundel. Daarin staat ook dat burgers onderscheid mogen maken. Het streven naar gelijkwaardigheid staat volgens het CDA in dienst van het bevorderen van verscheidenheid.
Maar toen het in de forumdiscussie concreet ging over de positie van de gewetensbezwaarde trouwambtenaar gingen de wegen van het CDA en Frissen fundamenteel uiteen. D66-Kamerlid Schouw, die in het forum zat, kwam er handig mee weg.
CDA-Kamerlid Van Toorenburg daagde Schouw uit om een vergelijking met een ziekenhuis te maken. Dat mag in principe geen behandelingen weigeren, maar niet alle werkenden hoeven alle behandelingen uit te voeren. „Waarom zou dat bij gemeenten niet kunnen?”
Daardoor kwam Schouw aardig in het nauw, maar toen de democraat net ademhaalde om zijn antwoord te geven, schoot Frissen hem te hulp: „Van weigerambtenaren kan geen sprake zijn.” Dat strijdt volgens hem met de neutraliteit van de overheid. Frissen kreeg vervolgens de lachers op zijn hand door de stellen dat hij als rooms-katholiek burgemeester zou zeggen: „Kunnen we dat niet een beetje handig oplossen met die roosters?” Maar zijn principe hield hij wel staande.
Van Toorenburg probeerde het op een andere manier: „Ik vermag niet in te zien waarom een SGP’er niet getrouwd mag worden door iemand die hetzelfde denkt als hij.”
Frissen: „Daar is het kerkelijk huwelijk voor.” Volgens hem moet het onderscheid tussen publiek en privaat worden uitgebreid in onderscheid tussen politiek, publiek en privaat. De politiek moet strikt neutraal zijn; publieke organisaties zoals ziekenhuizen en scholen mogen volop hun eigenheid en identiteit benadrukken en burgers mogen ook onderscheid maken.
De schrijver van de CDA-nota, Maarten Neuteboom, wees Frissen erop dat diezelfde overheid wel een hele ceremonie organiseert rond een huwelijk. Maar de hoogleraar redde zich ook daaruit: „Dat is niet nodig, maak de betekenis van het kerkelijk huwelijk maar veel groter. Ik heb altijd geweigerd om te trouwen omdat de overheid daar niets mee te maken heeft. Neutraliteit is vereist. Daarom mag een SGP-burgemeester ook niet weigeren sinterklaas te ontvangen.”