Koninklijk Huis

Inhuldiging Willem III: Minder franje, geen kerkdienst

Nederland kent inhuldigingen, geen kroningen. Wat ligt er ten grondslag aan de inhuldigingsplechtigheid van koning Willem-Alexander? Een terugblik op de eerdere troonswisselingen geeft daar zicht op. Vandaag: de inhuldiging van koning Willem III.

Wim Hulsman

9 April 2013 10:30Gewijzigd op 15 November 2020 02:56
ls koning Willem II plotseling overlijdt, moet zijn zoon Willem in 1849 tegen diens zin op de troon. De inhuldigingsplechtigheid heeft minder franje dan die van zijn vader.  Foto ANP
ls koning Willem II plotseling overlijdt, moet zijn zoon Willem in 1849 tegen diens zin op de troon. De inhuldigingsplechtigheid heeft minder franje dan die van zijn vader. Foto ANP

Wanneer: 12 mei 1849.

Aanleiding: Koning Willem II (1792-1849) was op 17 maart 1849 plotseling overleden in zijn paleis in Tilburg. De koning was ziek en verzwakt, maar dat hij zou sterven had niemand gedacht. De koning leed onder het verlies van de Zuidelijke Nederlanden en onder het dwarse gedrag van zijn zoon Willem (1817-1890).

Die is door de dood van zijn vader opeens koning van Nederland. Tegen zijn wil, hij had zelfs afstand gedaan van de rechten op de troon. Zoon Willem wilde niets weten van de inperkingen van de macht van de koning door de nieuwe Grondwet van de liberaal Thorbecke (1848). Hij begreep niet dat zijn vader daarmee akkoord was gegaan.

Voorbereiding: De regering wil rond de inhuldiging een aantal wijzigingen doorvoeren. Zo zal een deel van de regalia, zoals kroon en scepter, niet met pracht en praal voor de koning uit de kerk in worden gedragen. In de kerk krijgen ze ook een minder prominente plaats. De ministers krijgen juist een vooraanstaandere plaats in de kerk: hun in de nieuwe Grondwet vastgelegde ministeriële verantwoordelijkheid weegt zwaar. Ze zitten vooraan, recht tegenover de koning.

De regering besluit verder dat de inhuldigingsplechtigheid korter moet: de Grondwet wordt niet in zijn geheel voorgelezen en de kerkdienst in aansluiting op de inhuldiging vervalt.

Op 11 mei –de dag voor de inhuldiging– rijdt Willem III Amsterdam binnen. Hij doet dat net als zijn vader te paard. Voor het paleis inspecteert hij de erewacht.

De dag zelf: De dag begint met saluutschoten. Willem III waardeert dat, want hij houdt van militair ceremonieel.

De stoet waarin de koning naar de kerk loopt, is soberder dan eerder: geen baldakijn en voor hem uit worden alleen het rijkszwaard en het rijksvaandel gedragen. Wel worden de vaandels van de onderdelen van de erewacht van het leger in de kerk gepresenteerd.

De aankleding van de kerk is vrijwel hetzelfde als bij de vorige inhuldiging. De attributen daarvoor zijn bewaard.

Bij de inhuldiging is de koninklijke familie aanwezig. Koningin Anna Paulowna echter niet. De echtgenote van de overleden koning Willem II rouwt. De jonge prinsjes Willem en Maurits, zoons van de nieuwe koning, staan vanwege hun jonge leeftijd niet op het podium bij hun vader, maar zitten bij hun moeder, koningin Sophie.

Na zijn toespraak legt Willem III de eed af. De Staten-Generaal beantwoorden die. Voor het eerst mogen de leden kiezen of ze de eed of de belofte uitspreken.

Scepterdrager baron Van Hoëvell tot Nijenhuis van Avegoor roept daarna: „Zijne Majesteit koning Willem de Derde is ingehuldigd. Leve de koning. Hoera! Hoera! Hoera!” De aanwezigen reageren daarop met: „Leve de koning! Leve de koningin!”

Na de inhuldiging schuiven de Staten-Generaal met de ministers en andere gasten in het Koninklijk Paleis aan bij een galadiner.

Kerkdienst: Er is geen kerkdienst direct na de inhuldiging. De gedachte is dat iedere Nederlander op die manier kan kiezen waar hij of zij tot God bidt om een zegen voor de koning: in een protestantse of rooms-katholieke kerk of in een synagoge.

De dag na de plechtigheid, een zondag, gaat de koning met zijn familie naar de Westerkerk in Amsterdam. Tijdens de dienst daar gaat de Amsterdamse predikant ds. D. H. Wildschut voor. Hij preekt over 1 Timotheüs 2:1-3: „Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen; Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid. Want dat is goed en aangenaam voor God, onzen Zaligmaker.”

Balkonscène: Na de inhuldigingsplechtigheid verschijnt het koninklijk gezin op het balkon van het paleis.

Feestelijkheden: In Amsterdam worden die avond –het is zomer, dus laat donker– het paleis, de Nieuwe Kerk en verschillende grachtenhuizen verlicht met gaslicht.

Bijzonderheden: De koning laat munten rondstrooien. Dat gebeurt op meer plaatsen in de stad om het grote gedrang van de vorige keer te voorkomen.

De nieuwe koning ontdekt rond de inhuldiging dat zijn vader hem en de familie een enorme schuld heeft nagelaten.

Dit is de derde aflevering in een serie over de inhuldigingen van Nederlandse koningen en koninginnen. Volgende week deel 4: koningin Wilhelmina.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer