Geen voorschot voor ex-verdachte moord
De staat hoeft geen voorschot te betalen aan de Zaanse fietsenhandelaar Rob van Zaane, die halverwege de jaren tachtig werd verdacht van de zogenoemde paskamermoord in 1984. De rechtbank in Den Haag heeft dat maandag bepaald.
In 2002 werd duidelijk dat Van Zaane de moord op de 21-jarige kledingverkoopster Sandra van Raalte niet had gepleegd. Van Zaane spande begin oktober een kort geding aan om een voorschot te krijgen op een schadevergoeding, die hij eist omdat hij door geknoei van politie en justitie in zijn goede naam zou zijn aangetast. De rechter stelde gisteren echter dat de man te laat met zijn verzoek kwam omdat de zaak is verjaard.
De politie arresteerde de Zaanse man 1986 omdat hij de vrouw op gruwelijke wijze zou hebben vermoord in een paskamer van de boetiek waar zij werkte. De rechtbank veroordeelde de fietsenhandelaar tot 12 jaar cel, het gerechtshof sprak hem in hoger beroep vrij.
Van Zaane zat meer dan een jaar in voorlopige hechtenis. Degene die volgens latere DNA-tests wel de dader was, de aan heroïne verslaafde Kemal Erol, overleed in 1992. Erol kwam in 1984 ook in beeld als verdachte, maar er was niet genoeg bewijs om hem te arresteren.
De advocaat van Van Zaane, P. Doedens, noemt het Haagse vonnis „merkwaardig.” Juist de resultaten van het nieuwe opsporingsonderzoek, dat Erol als dader identificeerde, bepalen de schade voor Van Zaane, meent Doedens.
Van verjaring kan wat hem betreft dus geen sprake zijn. Hij zal zijn cliënt met klem adviseren om in hoger beroep te gaan. Doedens heeft geruime tijd met justitie onderhandeld over de schadevergoeding. Van Zaane eist circa 1 miljoen euro, justitie was bereid ruim 56.000 euro uit te keren.