Zalig Woord
Mattheüs 28:6
„Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats waar de Heere gelegen heeft.”
Zij zochten Jezus, want Hij was voor hun ziel zo dierbaar. En daarom, niettegenstaande hun ongeloof, behoefden zij niet te vrezen. Hij toch was hun Verlosser, zij waren Zijn vriendinnen, die Hij met een eeuwige liefde had liefgehad. En daarom ook waren deze gezanten des hemels hun vrienden, die nu ook tot hun vertroosting naar hier waren gezonden. Dus zij behoefden voor niets te vrezen. Zij worden reeds zo zalig vertroost door de taal van de engel, die van Jezus en Zijn kruis spreekt en hun verzekert dat zij niet behoeven te vrezen. Zij krijgen nu nog nader een nog meer verblijdend bericht voor de ziel, want: „Hij is hier niet.” Hij, Die Zich vernederde, Die Zich vernietigd heeft, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood des kruises, maar Die ook door Zijn almacht de dood heeft overwonnen. Hij rustte hier wel een ogenblik, maar Hij is opgestaan! O zalig woord, niet alleen voor de Jezus zoekende vrouwen, maar ook voor de kerk van alle eeuwen. Hij is opgestaan, om te tonen dat Hij de Koning Israëls, de Vorst des levens is; ja, als de Zodanige had Hij het leven wederom aangenomen en zegepraalde Hij over duivel, dood en hel; zo is Hij dood geweest, maar nu leeft Hij in eeuwigheid. Het was nu de derde dag, de voorspelde tijd van Zijn opstanding.
D. A. Detmar, predikant te Ede
(”Enige eenvoudige godvruchtige oefeningen”, 1828)