CDA: Gelijkheid in dienst verscheidenheid
DEN HAAG – De overheid moet vrijheid en gelijkheid niet tegen elkaar uitspelen.
„Het gelijkheidsbeginsel dient te worden geïnterpreteerd naar de oorspronkelijke bedoeling, namelijk op een manier die juist verscheidenheid mogelijk maakt.” Dat staat in het rapport ”Geloof in de samenleving”, dat het wetenschappelijk instituut van het CDA maandagmiddag in Den Haag presenteerde.
Vrijheids- en gelijkheidsrechten botsen regelmatig met elkaar, bijvoorbeeld in discussies over gewetensbezwaarde trouwambtenaren, de SGP-vrouwenkwestie en de positie van samenwonende homoseksuele leerkrachten op christelijke scholen. De trend in politiek en rechtspraak is dat gelijkheid boven verscheidenheid gaat.
Het CDA vindt dat in naam van de vrijheid niet gediscrimineerd mag worden, maar evenmin mag in naam van de gelijkheid de pluriformiteit van de samenleving en de vrije zelforganisatie van burgers onder druk komen.
Burgers en hun verbanden komt volgens het CDA een grote mate van (waarden)autonomie toe. Distantie en terughoudendheid zijn geboden: „Dit geldt te meer als het gaat om waarden die zich nog aan het uitkristalliseren zijn in de samenleving.”