Geschiedenis

Rijksmuseum schittert als nooit tevoren

De Spaanse architect Antonio Ortiz verontschuldigt zich als hij de verzamelde Nederlandse pers in het Engels te woord staat. „Als ik geweten had dat de restauratie van het Rijksmuseum zo lang zou duren, had ik wel Nederlands geleerd.”

8 April 2013 07:19Gewijzigd op 15 November 2020 02:55
Foto Rijksmuseum
Foto Rijksmuseum

Aan koningin Beatrix de eer om volgende week zaterdag het museum, na een renovatie van meer dan tien jaar, officieel te openen. Dat dit bijna vijf jaar later dan gepland gebeurt, is toch wel een beetje de schuld van Ortiz en zijn collega Antonio Cruz. De vertraging had voor een groot deel te maken met het verzet van de Amsterdamse fietslobby tegen de beoogde afsluiting van de onderdoorgang richting het Museumplein. De architecten wilden hier de nieuwe entree maken en het fietsverkeer verbannen. Maar dat feest ging niet door. De nieuwe ingang werd iets verschoven en de fietsers konden de vertrouwde route blijven volgen. Een lesje polderkunst voor de Spanjaarden.

Decoraties

Afgezien van deze kleine concessie mag het vernieuwde Rijksmuseum er zijn. Het door Pierre Cuypers (1828-1921) ontworpen gebouw schittert als nooit tevoren. De architecten hebben zo veel mogelijk de kantoor- en dienstruimten uit het gebouw geweerd, verlaagde plafonds en tussenverdiepingen zijn verwijderd, en wildgroei is weggekapt. De twee dichtgebouwde atriums zijn bijvoorbeeld weer opengewerkt en vormen nu samen een grootse, lichte entreehal.

De uitbundige decoraties die de rooms-katholiek Cuypers op de muren en plafonds van het museum had aangebracht, zijn niet in alle gevallen zichtbaar gebleven. In een aantal belangrijke ruimtes, zoals in de Eregalerij, de Voorhal en in de Nachtwachtzaal, zijn de oorspronkelijke versieringen teruggebracht. In de Voorhal is de terrazzovloer volledig gereconstrueerd en de Cuypersbibliotheek –de grootste en oudste kunsthistorische bibliotheek van Nederland– is in de originele staat teruggebracht.

Maar elders heeft Cuypers het afgelegd tegen de (begrijpelijke) wens om de tentoongestelde kunst zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, zonder allerlei om de aandacht schreeuwende tierlantijnen. Een voorzetwand is zo geplaatst. De Franse architect Jean-Michel Wilmotte ontwierp een rustig kleurenschema voor het interieur, met vijf tinten grijs. Moderne led-verlichting zorgt ervoor dat de kunstwerken tot leven komen.

Cruz en Ortiz hebben trouwens duidelijk voorkeur voor een strakke stijl. Op sommige plaatsen contrasteert die spannend met de uitbundigheid van Cuypers. Met name op de entree hebben ze zich uitgeleefd. Blikvangers zijn hier de twee enorme lamellenconstructies (”kroonluchters”) die vooral bedoeld zijn om de ruimte wat te breken. Daarnaast zorgen ze voor een betere akoestiek en voor verlichting.

Verhaal

Nieuw aan het Rijksmuseum is ook de presentatie van de kunst. Directeur Wim Pijbes spreekt van een ”gemengde opstelling”. De objecten zijn niet langer gerangschikt naar soort –keramiek bij keramiek, schilderijen bij schilderijen–, maar worden in chronologische samenhang getoond zodat ze een verhaal vertellen. Ferdinand Bols portret van Michiel de Ruyter hangt bijvoorbeeld in de zaal waar ook het pronkmodel van het oorlogsschip William Rex staat.

In 80 zalen verdeeld over 4 etages komt de bezoeker zo’n 8000 schilderijen, tekeningen, meubelen, kostuums, poppenhuizen, kanonnen en andere kunstvoorwerpen tegen. Op de ”Nachtwacht” na, is geen enkel object op dezelfde plek teruggekeerd. Het is de bedoeling dat de bezoeker van het nieuwe Rijksmuseum een reis door de Nederlandse (kunst)geschiedenis maakt –van de middeleeuwen tot en met de twintigste eeuw– en zo gevoel voor schoonheid krijgt en besef van tijd ervaart. Met deze aanpak is de discussie over een Nationaal Historisch Museum in één klap overbodig geworden.

Omdat Cuypers het Rijksmuseum als het ware om de ”Nachtwacht” heen heeft gebouwd, is het niet verrassend dat meer dan dertig zalen zijn gewijd aan de gouden eeuw, met als hart de Eregalerij. Hier hangen schilderijen van meesters als Vermeer, Rembrandt, Frans Hals en Jan Steen. Ook het beroemde portret dat Rembrandt van Jan Six maakte, is er te zien.

Objecten uit de VOC-tijd tonen de rijkdom van de Hollandse handelsrepubliek. Elders in het museum komt overigens ook de donkere kant van de geschiedenis aan de orde, zoals met een brief over de afschaffing van de slavernij in Suriname in 1863.

Schaakspel

Tijdens de jarenlange verbouwing heeft het museum er hard aan gewerkt om er met de opening op zijn mooist uit te zien. „Van de 8000 kunstvoorwerpen zijn er 5000 de laatste tien jaar gerestaureerd”, zei directeur collecties Taco Dibbits donderdag. Ook de inrichting is compleet vernieuwd, met vitrines „die je bijna niet kunt zien.”

Nieuw is een afdeling 20e eeuw, met schilderijen van Karel Appel en Piet Mondriaan, meubels van Gerrit Rietveld en een concentratiekampjas die de Joodse Isabel tijdens de Tweede Wereldoorlog droeg. Bizar contrast met de kampjas vormt het nazischaakspel, vermoedelijk een cadeautje van Himmler voor NSB-leider Anton Mussert. De schaakstukken hebben een militaire vorm: infanteristen, jachtvliegtuigen, luchtafweergeschut. Op de rand van het bord staan de landen vermeld die Duitsland in 1939 ”schaakmat” zette, onder meer Polen, Frankrijk, Engeland en Nederland.


Koningin Beatrix opent het museum

Koningin Beatrix opent op 13 april het vernieuwde Rijksmuseum. De ceremonie op het Museumplein wordt ingeluid met een optreden van twaalf fanfares, uit elke provincie één. Een meterslange oranje loper leidt vanaf het Museumplein naar de entree van het museum.

Het publiek is welkom voor het openingsprogramma, dat vanaf 11.30 uur op het Museumplein plaatsheeft. Vanaf 12.00 uur tot middernacht is het museum gratis toegankelijk.

De koningin zal rond het middaguur de officiële openingshandeling verrichten. Hieraan voorafgaand krijgt zij een besloten rondleiding door het museum.


Millenniumgeschenk

In 1999 wilde het tweede kabinet-Kok het Nederlandse volk een geschenk geven om de millenniumwisseling te vieren. Gekozen werd voor de restauratie en vernieuwing van het Rijksmuseum. Hiervoor werd in eerste instantie 100 miljoen gulden beschikbaar gesteld. Uiteindelijk zou de operatie 375 miljoen euro kosten. Twee derde hiervan is besteed aan de bouwkundige vernieuwing en restauratie van het hoofdgebouw. Zo’n 100 miljoen hiervan ging naar installaties en de aanleg van een speciale Energiering, een ondergrondse gang van 500 meter die rond het gebouw is aangelegd met daarin alle technische voorzieningen, zoals het klimaatsysteem, elektronica en beveiliging.

Het nieuwe Rijksmuseum, dat voortaan zeven dagen per week open is, moet jaarlijks zo’n 1,7 miljoen bezoekers trekken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer