Hij leeft!
Mattheüs 28:5-8
„Maar de engel antwoordende zei tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft.”
Zij die Jezus in waarheid hebben leren zoeken, behoeven niet te vrezen. „Vreest gij niet”, sprak Gods engel tot deze vrouwen. Hoort dit ook, als van Godswege tot u gezegd wordt: Vreest niet! „Hij Die in u een goed werk begonnen heeft, zal dat voleindigen tot op den dag van Jezus Christus.” Gelooft alleen. „Want ik weet”, zei de hemelbode, „dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was.” De evangelist Lukas verhaalt dit nog breedvoeriger. Hij voegt er een zachte berisping van de engel bij: „Wat zoekt gij de Levende bij de doden?”
Men kan iemand nimmer gegrond vertroosten, zo men de verkeerde gedachten die bij hem aanwezig zijn, niet tracht weg te nemen. De meeste troosteloosheid toch spruit voort uit onkunde. Hoeveel zwakheid des geloofs was er bij deze vrouwen. Zij zochten de verrezen Jezus onder de doden. Jezus te zoeken, ja, dat was liefde, maar Hem te zoeken onder de doden, dat was ongeloof. Hoe recht hemels was dan ook deze berispende taal van Gods engel: „Wat zoekt gij de Levende bij de doden?” „Dit weet ik”, zo vervolgt de hemelgezant, „gij zoekt Jezus.” Hem, Die gij zo wenend volgde naar het kruis, die Jezus, Die gij liefhebt, Die u voor uw ziel als Heere en Koning hebt mogen kiezen, Hij is niet meer onder de doden, nee, Hij leeft!
D. A. Detmar, predikant te Ede
(”Enige eenvoudige godvruchtige oefeningen”, 1828)