Opinie

Beit Ha’kehilah: huis van de gemeente

Er gaat op die dag een tweeërlei gerucht door Jeruzalem. Op die eerste dag van de week, de dag die begon met de droeve tocht van enkele vrouwen naar het graf waarin Jezus’ lichaam was gelegd. Een tweeërlei gerucht. Het eerste is dat Hij zou zijn opgestaan. Dezelfde vrouwen als zojuist genoemd lopen het te vertellen. Ze hebben het bericht van de engel gekregen. Ja, Hij Zelf is aan hen verschenen. Het lijdt geen twijfel: „De Heere is waarlijk opgestaan!”

ds. J. M. J. Kieviet
8 April 2013 07:15Gewijzigd op 15 November 2020 02:54

Het andere gerucht is daaraan tegengesteld. Romeinse soldaten vertellen het rond. In opdracht van de Joodse hoge raad. „Niets geen opstanding! Het is bedrog. In de nacht zijn Zijn discipelen gekomen en hebben het lichaam weggenomen.” Dit woord is verbreid geworden tot op de huidige dag, schrijft de evangelist Mattheüs.

Israël neemt het Evangelie van de opgestane Heere Jezus zomaar niet aan. Tot op de huidige dag niet. En dat terwijl Zijn middelaarswerk en Zijn middelaarswoord vooral voor hen bedoeld is. Het heil is uit de Joden. Hij is gekomen tot het Zijne. De boodschap van Pasen is bij uitstek voor hen bestemd. Als Christus Zijn apostelen uitzendt om het Evangelie te verkondigen tot aan het uiterste van de aarde, dan moet dat allereerst gebeuren „te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria…” (Hand. 1:8). Een van die apostelen geeft het op zijn beurt weer door aan anderen: „betuigende beiden Joden en Grieken de bekering tot God en het geloof in onze Heere Jezus Christus!” (Hand. 20:21) Wie worden het eerst genoemd? Inderdaad, de Joden.

Smart

Helaas. Nog steeds, anno 2013, kennen ze Hem niet Die hun oudste Broeder is. Het volk van de Joden weigert Jezus te erkennen als de Koning van Israël, de beloofde Messias. Voor de apostel Paulus was het een oorzaak van grote droefenis en een gedurige smart. Tweeduizend jaar later is het dat nog voor ieder die een ware christen is. Het kan niet anders en het zal niet anders. Nog altijd duurt de rouw voort vanwege het ontbreken van de eerste erfgenamen in de gemeente van Christus. En nog steeds klinken de smeekbeden tot de God van alle genade. In het spoor van de apostel: „het gebed dat ik tot God voor Israël doe, is gericht op hun zaligheid” (Rom. 10:1).

Huis van de gemeente

Maar te midden van die droefheid zijn er ook dagen van vreugde. Een van die dagen is nú, op deze sabbatdag, zaterdag 6 april 2013. Er gebeurt vandaag iets bijzonders in Israël. Het is in Kanot, even ten noorden van de Gazastrook. Bedreigd gebied dus. Maar vandaag vooral een gezegende plaats. Daar wordt een Beit Ha’kehilah, een huis van de gemeente, geopend en in gebruik genomen. Het eerste echte kerkcomplex voor een Messiasbelijdende gemeente in Israël sedert vele eeuwen. Misschien mogen we wel zeggen: het eerste sinds het begin van de diaspora in het jaar 70 na Christus.

Deze gemeente, die de sprekende naam Genade en Waarheid draagt, heeft een gereformeerde identiteit. Vele jaren lang werd ze geleid door de bekende ds. Baruch Maoz. Sinds januari van dit jaar is David Zadok haar dienaar. De gemeente is mede ontstaan door het Christusgetuigenis van de Engelse organisatie Christian Witness to Israel. Deze laatste heeft haar wortels in het werk van Robert Murray McCheyne. Deze 19e-eeuwse Schotse prediker ondernam in zijn dagen een zendingsreis naar het land van de Bijbel.

De Messiasbelijdende gemeenten in Israël hebben het niet gemakkelijk. Een deel van hen is regelmatig doelwit van gewelddadige acties door ultraorthodoxe Joden. Zij beschouwen de Joodse christenen als verraders van de identiteit van hun volk. Ze spreken zelfs van genocide, volkenmoord.

De gemeente van Kanot onderscheidt zich binnen het geheel van de Messiasbelijdende gemeenten door haar gereformeerde belijdenis. Veel andere gemeenten hebben in hun leer en leven judaïstische trekken. Zij belijden wel de Heere Jezus als de enige weg tot de zaligheid, maar houden nog aan zo veel Joodse plichten vast, dat de eenvoudige waarheid van het Evangelie toch weer verduisterd dreigt te worden. De listen van de boze om het werk van Christus te verijdelen, zijn nog steeds groot. Daartegenover geldt Zijn belofte dat de poorten der hel Zijn gemeente niet zullen overweldigen.

Herstel

In ons land beijvert het Isaac da Costafonds zich voor geestelijke en daadwerkelijke steun aan de gemeente van Kanot. Da Costa, een Joodse christen uit de 19e eeuw, geloofde op grond van de Schriften in een nationaal en geestelijk herstel van het Joodse volk. Hij getuigde er ook van in zijn Bijbellezingen (Rom. 11:32): „De Heere heeft thans Israël vanwege hun ongeloof overgegeven om te wandelen naar de zin hunner harten. Waarom? Om hen altijd zo te laten wandelen? Neen, maar om hun in het einde genade en vrede te verkondigen in het bloed des kruises en ze op te nemen in Zijn eeuwig nieuw verbond.”

Reageren? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer