Al zo’n vijf jaar krijgen scholen van de overheid minder personeelskosten vergoed dan ze in werkelijkheid hebben. De overheid kortte het aantal salarisschalen in, zodat personeelsleden eerder hun maximumloon krijgen. De bekostiging bleef echter gebaseerd op een leeftijdsgemiddelde.

Voor reformatorische scholen blijkt dit probleem zich nog sterker voor te doen: hun leerkrachten studeren gemiddeld op jongere leeftijd af. Een leerkracht die op 21-jarige leeftijd aan het werk gaat, bereikt rond de leeftijd van 35 jaar zijn hoogste salarisschaal.

In de bekostiging wordt deze grens echter pas op 50-jarige leeftijd bereikt. Dit is gebaseerd op het landelijk leeftijdsgemiddelde. Dat ligt op de reformatorische scholen echter lager, niet alleen doordat leerkrachten jonger aan het werk gaan, maar ook doordat moeders vervroegd uittreden, waarna vacatures door jongere leerkrachten worden vervuld.

VGS-medewerker S. den Hartog wijst er daarom op dat het niet reëel is volledige compensatie te verwachten. Het ministerie zou de bekostigingsmethode wel kritisch moeten bekijken.