Broederhuis voor moordenaars in Jakoetsk
JAKOETSK – „Zelfs als ik gratis wodka krijg aangeboden, neem ik die niet aan”, zegt Ivanov Gavril Ganja (48). Jarenlang was hij verslaafd aan alcohol. Ivanov woont nu in een ‘broederhuis’ in Jakoetsk, samen met andere mannen die zijn afgekickt.
Het huis is beschikbaar gesteld door een broeder van een Baptistengemeente in Jakoetsk. „Ik geloof nu in God en Jezus leeft in mijn hart”, zegt hij. „Je leven is pas op orde als je christen bent.”
Zesmaal werd Ivanov Gavril Ganja door de rechter veroordeeld, zestien jaar van zijn leven bracht hij in de gevangenis door. „Ik telde de dagen toen ik in de gevangenis kwam”, herinnert Ivanov zich. „Ik wilde leven volgens de wetten van dieven, het is de romantiek van het gevangenisleven. Ik was constant dronken en vertoonde rebels gedrag.”
Ivanov verdiende zijn geld als chauffeur, maar was verslaafd aan alcohol. „Ik vocht en dronk”, vertelt Ivanov. „Nationalisme vierde toen hoogtij onder de Jakoeten. We schilderden Russen af als slechte mensen, daarom sloegen we ze in elkaar.”
In zijn woonplaats Wilusk pleegde Ivanov zijn eerste moord. Het betrof Pronja, een 23-jarige vriend van hem. „We waren dronken en kregen ruzie. We vochten, ik sloeg hem met een stok op zijn hoofd. Hij viel, er stroomde bloed uit zijn hoofd. Dit beeld stond jarenlang op mijn netvlies.”
Voor deze moord kreeg hij vijf jaar voorwaardelijk. „Het betrof zelfverdediging. Maar een week later kreeg ik weer ruzie. Ik ranselde een Rus af. We vochten, bij – 50 graden op straat. Ik schopte mijn tegenstander buiten bewustzijn en liet hem achter op straat. Daar stierf hij.”
Opnieuw telde hij de dagen van zijn gevangenschap. „Ik kreeg slecht eten en zat onder de luizen. De eerste maanden kreeg ik nog bezoek van mijn zussen. Daarna nooit meer. Ik schreef brieven aan mijn vrouw en zonen, ze stuurden niets terug.”
Toen hij vrijkwam, ging hij weer bij zijn gezin wonen. Maar al spoedig volgde echtscheiding. In 2009 kwam hij in een afkickcentrum. „Ik geloof nu in God en Jezus leeft in mijn hart. Ik ben nu pas echt vrij.”
De eerste tijd stond hij bloot aan vele verleidingen. Maar inmiddels heeft hij geen moeite meer de wodka te laten staan. „Wodka is de duivel, tegen wie ik zeg: „Ga weg van mij.””
Priester
Sergei Kamyninn (52) was ook jarenlang verslaafd aan de alcohol en probeerde alles om ervan af te komen. Ooit betaalde hij veel geld om op boeddhistische manier af te kicken. „Een priester blies rook over me heen en bezwoer me tijdens dit ritueel dat ik nooit meer zou drinken. Maar de volgende dag dronk ik alweer een fles wodka leeg.”
Tweemaal trouwde Sergei, tweemaal liep zijn huwelijk op de klippen. „Ik kreeg drie dochters, maar ze zagen me in hun jeugd nooit nuchter.”
Bij een groep van ”anonieme alcoholisten” leerde Sergei God kennen. Toen veranderde alles. „Ik stopte van de ene op de andere dag met drinken en stak geen sigaret meer op.”
In totaal zat Sergei zeventien jaar in de gevangenis. Daar knapte hij niet veel op. „Drank en drugs kon ik er illegaal krijgen, je raakt er gemakkelijk verslaafd. Ik verloor een vinger bij het werk in de mijnen en tatoeëerde mijn hand. Ik schaam me ervoor en wil er niet mee op de foto.”
Hij is nu zeven maanden in een opvanghuis en moet daar het jaar vol maken. Daarna wil hij mogelijk naar een Bijbelschool. „Ik wil dicht bij God zijn.”
Het leven met God is aantrekkelijk voor hem, zegt hij. „Hij maakte me nuchter. Ik leerde Bijbel lezen en leerde Jezus kennen. Hij gaf me onderdak, eten en kleding. Voordat ik hier terechtkwam, wilde ik niet meer leven. Maar nu geeft God me weer zin in mijn leven.”
Toen hij zijn kinderen vertelde dat hij was gestopt met drinken, waren ze verbaasd. „Ze hadden me nog nooit nuchter gezien. Ook oude vrienden vroegen zich af hoe dat kon. Het is een groot wonder.”