Donner: Te snelle wetgeving schadelijk
DEN HAAG – Het wetgevingsproces gaat tegenwoordig vaak zo snel „dat het zichzelf niet meer kan bijhouden”, zegt de vicepresident van de Raad van State, Donner. „Die ontwikkeling draagt niet bij aan het gezag van de overheid.”
Donner noemde vanmorgen, bij de presentatie van het jaarverslag van de Raad, diverse voorbeelden. Soms worden wetsvoorstellen die al door het parlement zijn aangenomen, alsnog gewijzigd of volledig teruggedraaid, zoals gebeurde bij de zogeheten langstudeermaatregel.
Ook komt het voor dat de overheid al belangrijke stappen zet in de uitvoering van een bepaald wetsvoorstel terwijl die wet nog door het parlement moet worden aangenomen, zoals bij de prestatiebekostiging in het hoger onderwijs. „Dergelijke situaties roepen vanuit het oogpunt van democratische legitimiteit vragen op.”
Dat het wetgevingsproces, in de woorden van Donner, „zichzelf niet meer kan bijhouden”, is mede een gevolg van de onrust die er de achterliggende jaren op politiek en economisch terrein is ontstaan. „Daarbij komt dat de verhouding tussen staat en samenleving zich grondig aan het wijzigen is. Daardoor moeten burgers een steeds groter deel van de kosten van publieke voorzieningen zelf betalen.”
De Raad van State plaatst daar enkele kanttekeningen bij. „Het moet bij dit alles wel duidelijk zijn waar burgers voortaan nog op kunnen rekenen. Ook zal tegenover verminderde voorzieningen lastenverlichting gesteld moeten worden.”
In 2012 bracht de Raad in totaal 566 wetgevingsadviezen uit. Dat is meer dan in 2011, toen hij 510 adviezen uitbracht.
De Raad adviseerde vorig jaar over 23 initiatiefwetsvoorstellen. Opvallend is, aldus Donner, dat initiatiefwetten vroeger vaak gingen over specifieke wijzigingen met een beperkte impact. Tegenwoordig is het gewicht van die wetten vaak groter, zoals voorstellen over het ontslagverbod of de vestiging van Antilliaanse Nederlanders, aldus de Raad.