Verkopen
Tring! „Met Jansen. Ik lees zojuist in de krant dat u vanmiddag om twee uur een openbare verkoping hebt. Gaat die nog door?”
Aasgieren genoeg. Een kleine advertentie in de krant kan zomaar een reeks telefoontjes opleveren. Overigens ook na een verkoping die niet is doorgegaan: „Ik heb wel een halfuur staan wachten, maar u kwam helemaal niet.”
Als de spullen daadwerkelijk worden opgeschreven voor een verkoop, kiezen de meeste schuldenaren alsnog eieren voor hun geld. Maar er zijn hardnekkiger lieden; de deurwaarder kan ze wat! Tijd dus om het beslag te vervolgen.
Met een officiële aanzegging gaat de deurwaarder naar het adres en kondigt met een termijn van minimaal vier weken dag en uur van de openbare verkoping aan. Ongeveer halverwege die tijd stapt de deurwaarder weer in zijn auto. Nu met een aanplakbiljet. Tenminste, als er na de aanzegging geen regeling is getroffen.
Zo’n biljet laat in grote letters weten waar en wanneer er ten laste van wie wordt verkocht, en de spullen worden kort opgesomd. Volgens de wet moet het biljet worden ‘aangeslagen’, maar hamer en spijkers laat de deurwaarder toch maar thuis. Een forse Prittstift voldoet ook. En dan een beetje hoog ophangen, zodat verwijderen extra lastig wordt. Plus nog een exemplaar in het vitrinekastje van het gemeentehuis.
Deurwaarderen is een stuk psychologie. Zeker in bepaalde buurten en straten willen de mensen hun problemen achter de voordeur houden. Dat is al de inschatting bij de beslaglegging: zou men hier een biljet op het raam willen? Bedrijven zeker niet, maar er zijn ook maar weinig particulieren die er hun schouders over ophalen. Ook al stelt de inboedel weinig voor, het voelt als een schandpaal. En ja, dat oude kastje zal weinig opbrengen, maar het is nog gekregen van tante Truus.
Nog geen betaling ontvangen? Dan adverteren. Tactisch is het om die vooraf al in opmaakvorm naar de debiteur toe te zenden: zo komt u in de krant. Vaak komen de centen dan – al is het in het laatste uurtje. En zo niet? In 23 jaar tijd heb ik maar twee keer echt verkocht. Eén keer een auto zo vanaf de openbare weg. Voor een redelijke prijs trouwens.
Jaren later ging die vlieger niet op bij de verkoop van een inboedel. De enige koper die verscheen was een handelaar, en ongeacht het meubelstuk bood hij telkens een tientje. Ook al was het een principezaak, ik heb er toch snel een einde aan gemaakt. Zelden wordt er dus doorgezet, want de kosten overstijgen bijna altijd de baten. Maar dat moet natuurlijk niet aan de grote klok worden gehangen.